Bijna eenvijfde minder papavers in Afghanistan
Afghaanse boeren bebouwden dit jaar negentien procent minder hectare grond met papaverplanten dan in 2007. Dat meldde dinsdag de Dienst voor Drugs en Misdaad van de Verenigde Naties (UNODC). Papaverbollen leveren de grondstof voor opium en heroïne.
Door een stijging van de opbrengst per hoeveelheid papavers daalde de opiumproductie met slechts zes procent, zei de dienst. Hoewel de Taliban en anderen die bij de opiumproductie betrokken zijn nog altijd tientallen miljoenen met de drugs verdienen, zijn de narcoticabestrijders blij met de ontwikkeling. ‘De opiumvloed in Afghanistan is aan het afnemen’, aldus de UNODC in het rapport.De papaverboeren verbouwden vorig jaar 193 duizend hectare, tegen dit jaar 157 duizend. De zuidoostelijke provincie Helmand was met 103 duizend hectare goed voor ongeveer 66 procent, een procent meer dan vorig jaar.
Het aantal opiumvrije provincies steeg van dertien naar achttien. Drugsbestrijders toonden zich bijzonder ingenomen met de ontwikkeling in de noordoostelijke provincie Nangarhar, die vorig jaar nog de op een na grootste hoeveelheid produceerde en nu vrij is.
De positieve ontwikkeling is te danken aan goed lokaal bestuur en een droogte die schade toebracht aan de verbouw van papavers in het noorden en het noordwesten.
De VN waarschuwt dat niet mag worden toegestaan dat hasj, dat zeer populair is bij boeren, de plaats inneemt van opium. Verder wordt aangedrongen op verbetering van het justitiële apparaat dat boeren, handelaars en corrupte regeringspolitici moet vervolgen.