Buitenland

Drie doden bij aanslag in Israël

In een winkelcentrum in de Israëlische stad Kfar Saba zijn maandag aan het begin van de avond drie doden en zeker 32 gewonden gevallen door een aanslag op een winkelcentrum. Dit heeft de politie meegedeeld.

Buitenlandredactie
5 November 2002 10:05Gewijzigd op 13 November 2020 23:55

De aanslag is volgens de eerste berichten gepleegd door een Palestijn die een bom op zijn lichaam droeg. Behalve de dader kwamen een voorbijganger en een bewaker om het leven.

Een groep die zich de Jeruzalem-Brigade noemt, zegt achter de zelfmoordactie te zitten. De groepering zou banden hebben met zowel de Islamitische Jihad als Hamas, twee verzetsbewegingen die al eerder zelfmoordacties tegen Israël uitvoeren. De aanslag zou een vergelding zijn voor de gewelddadige dood van twee Hamas-leden. Hun auto ontplofte maandag op de Westelijke Jordaanoever.

Volgens de politie probeerde de beveiligingsbeambte van het winkelcentrum de aanslagpleger tegen te houden toen die naar binnen wilde gaan. Er ontstond een vechtpartij, waarop de dader zijn explosieven liet afgaan. De chef van de Israëlische politie, Shlomo Aharonishki, zei voor de televisie dat het aan de alertheid van de bewaker te danken is dat er niet veel meer slachtoffers zijn gevallen.

Een medewerker van de Israëlische premier Ariel Sharon veroordeelde de aanslag en zei dat die bewees dat de Palestijnse terreur „geen grenzen kent, gespecialiseerd is in wreedheid en zich specifiek richt op onschuldige mensen.”

Kfar Saba ligt vlak bij de Palestijnse stad Qalqilia op de Westoever.

Twee Palestijnse mannen, van wie er zeker één lid was van de radicale Hamas-organisatie, zijn maandagmiddag om het leven gekomen toen hun auto door een raket werd getroffen. Dat meldden Palestijnse getuigen. Een van de mannen in de auto in Nablus was Hamad Sadder, een door Israël gezocht lid van Hamas. De Israëlische strijdkrachten hebben nog niets over het incident meegedeeld. Een woordvoerder zei dat de zaak wordt uitgezocht.

De aanslag vond plaats in de omgeving van de stad Nablus op de Westelijke Jordaanoever. Ooggetuigen vertelden dat de auto van de mannen werd getroffen door een raket die vanuit een gevechtshelikopter werd afgevuurd. Enkele passanten raakten door de kracht van de explosie gewond. Israël heeft al verscheidene militante Palestijnen gedood door aanslagen op hun auto’s of woningen.

In de nacht van zondag op maandag schoot het Israëlische leger ook drie Palestijnen dood, die probeerden een verboden zone rond een Israëlische kibboets in de Gazastrook binnen te dringen.

Amnesty International heeft maandag het Israëlische leger beschuldigd van oorlogsmisdaden tijdens een offensief eerder dit jaar tegen de Palestijnse steden Jenin en Nablus op de Westoever.

Het leger heeft zich volgens de mensenrechtenorganisatie schuldig gemaakt aan moord, foltering en mishandeling van gevangenen en lukrake vernieling van honderden woningen. Voorts hebben Israëlische militairen ambulances de weg versperd en humanitaire hulp tegengehouden, waardoor doden en gewonden dagenlang op straat bleven liggen. Bij zoekacties naar Palestijnse strijders werden andere Palestijnen als menselijk schild gebruikt. „Tot op heden hebben de Israëlische autoriteiten hun verantwoordelijkheid verzaakt om de plegers van ernstige mensenrechtenschendingen te berechten”, aldus Amnesty.

Een woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat Amnesty voorbijgaat aan de redenen voor de militaire operaties in de Palestijnse gebieden. „Het rapport beschrijft de Israëlische invallen op de Westoever alsof die uit het niets tevoorschijn kwamen”, zei woordvoerder Daniel Taub, die zei dat Palestijnse strijders zich verschuilden in woonwijken en ambulances gebruikten als dekking.

De onlangs afgetreden minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres waarschuwde dat aan het rapport van Amnesty niet te veel gewicht moet worden gehecht. „Amnesty is een organisatie die een betere wereld probeert te creëren, maar ze zijn geen rechtbank en geen rechters”, zei hij.

Het Israëlische leger wilde niet inhoudelijk reageren, omdat het nog niet over het volledige Amnesty-rapport beschikte. Wel merkte het op dat aan het offensief in maart een reeks Palestijnse terreuraanslagen voorafging en dat de „oorlog tegen de terroristische infrastructuur” voortkwam uit het basisrecht van Israël om zijn burgers te verdedigen. „Deze terroristische infrastructuur was gevestigd in het hart van een onschuldige Palestijnse bevolking die diende als dekking” en bij het optreden tegen deze infrastructuur heeft het leger de „nodige omzichtigheid” betracht, aldus een verklaring van het leger.

De Palestijnse leider Yasser Arafat noemde het rapport zeer belangrijk en riep de internationale gemeenschap op een eind te maken aan de militaire bezetting van de Palestijnse gebieden door Israël.

Bijna eenvijfde deel van de Israëlische bevolking leeft onder de armoedegrens. Daarnaast wordt de kloof tussen rijk en arm steeds groter. Dat blijkt uit een onderzoek waarvan het ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken maandag de resultaten bekendmaakte.

Het aantal Israëliërs dat onder de armoedegrens leeft is vorig jaar met 81.000 gestegen tot 1,17 mijoen, van wie 531.000 kinderen. Een Israëlisch kinderloos echtpaar zit onder de armoedegrens als als het inkomen lager is dan 580 euro per maand.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer