Onderzoek prostitutiemoorden Limburg gesloten
Het Openbaar Ministerie (OM) in Maastricht heeft het onderzoek naar vijf prostitutiemoorden in Zuid–Limburg tussen 1992 en 2005 gesloten. Hoofdofficier van justitie Penn te Strake heeft dat donderdag gezegd in toelichting op de beslissing om 47–jarige verdachte Peter C. uit Heerlen niet verder te vervolgen omdat er onvoldoende bewijs tegen hem is gevonden.
De verdachte zit op dit moment acht jaar celstraf uit voor een poging tot moord op een prostituee in Valkenburg in 1992. In 2006 en 2007 is hij zeer uitgebreid verhoord over de vijf moordzaken. In augustus 2007 werd P.C. in de gevangenis officieel aangehouden voor de vijf moorden. Twee weken later werd die hechtenis opgeheven omdat de zaken nog niet rijp waren om voor de rechter te brengen. Voor specialistisch DNA–onderzoek was nog veel tijd nodig en vanwege zijn celstraf was er toch geen gevaar dat de verdachte op vrije voeten zou komen, luidde destijds de verklaring.Justitie in Maastricht wilde donderdag niet uitweiden over de reden van de verdenking van Peter C. en de details van het onderzoek. De verdachte kende een aantal van de slachtoffers uit het drugsmilieu, heeft zijn advocaat in het verleden verteld. Ze kwamen bij hem over de vloer en hij heeft hun wel eens drugs gegeven omdat ze daarom vroegen. Hij was zelf ook drugsverslaafd. Tegen het slachtoffer van de verkrachting in Valkenburg zou C. hebben verwezen naar andere doden. „Veel meisjes sterven onschuldig. Ik heb deze dag uitgekozen dat met jou hetzelfde zou gebeuren als met die meisjes. Ik moet jou ombrengen".
Komende week staat bij de rechtbank in Maastricht nog een verzoek van Peter C. gepland. De verdachte wil af van de verdenking dat bij betrokken is geweest bij de vijf moorden. Volgens zijn advocaat sleepte de zaak onbehoorlijk lang voort en heeft justitie geen enkel bewijs voor de zware beschuldigingen. C. heeft zijn betrokkenheid altijd stellig ontkend.
Advocaat Arthur Vonken sprak donderdag in een eerste reactie van een ’terechte maar rijkelijk late’ beslissing. Hoofdofficier Penn te Strake legde uit dat alle onderzoeksresultaten in april binnen waren en dat die tot slot in een expertbijeenkomst moesten worden geanalyseerd. Het verzoek om de zaak te beëindigen heeft de beslissing om Peter C. niet te vervolgen heeft de analyse enigszins versneld, erkende ze.
Vonken heeft nog niet besloten of hij zijn verzoek nu intrekt.