In de stad Itaba, waar de meeste vluchtelingen naartoe gingen, zijn de voorraden voedsel en medicijnen inmiddels uitgeput. Een woordvoerder van het stadsbestuur maakte dat bekend.

De gevechten duren nog steeds voort, bevestigde legerwoordvoerder Augustin Nzabampema. De heuvels en dorpen rond Itaba zijn volgens vluchtelingen uitgestorven, op militairen en rebellen van de Krachten voor de Verdediging van de Democratie na. De vluchtelingenstroom kwam afgelopen dinsdag op gang.

Gevechten tussen het leger en de andere grote rebellenbeweging van Burundi, de Nationale Bevrijdingstroepen, joegen de afgelopen week ook al 23.000 andere Burundezen in de omgeving van Bujumbura op de vlucht.

Bij gevechten ten noorden van de hoofdstad zijn volgens het leger zaterdag zeker 51 rebellen gedood. De rebellen zouden uit het oosten van Congo zijn gekomen, maar tot welke groep ze behoren is niet bekend. Mogelijk hebben de twee grootste rebellenlegers hun krachten gebundeld. Rebellen van beide bewegingen voeren verkennende vredesbesprekingen met de regering, maar alle partijen hebben gedreigd het overleg te staken als de gevechten voortduren.

De burgeroorlog in Burundi duurt inmiddels negen jaar. De gevechten barstten los nadat de eerste democratisch gekozen president, een Hutu, door militairen van de Tutsi-minderheid werd vermoord. Sindsdien zijn meer dan 200.000 mensen omgekomen. In november vorig jaar werd een overgangsregering gevormd na vredesbesprekingen tussen de Hutu’s en de Tutsi’s, maar de rebellen namen niet aan het overleg deel.