Drie uur voordat hij zou worden beëdigd gooiden vermoedelijke moslimmilitanten een granaat in het huis van moefti Mohammed Sayeed. Een van zijn lijfwachten raakte gewond. De beëdiging van Sayeed en zijn regering ging ondanks de aanslag door. Elders in Kasjmir kwamen zestien mensen, onder wie een politicus, door geweld om het leven.

De Al-Umar Mujahedeen, een in Pakistan gevestigde groep moslimrebellen die vecht voor afscheiding van het Indiase deel van Kasjmir, had de partij van Sayeed, de Democratische Volkspartij, de afgelopen week gewaarschuwd niet tot de nieuwe regering toe te treden. Rebellenleider Mushtaq Ahmad Zargar dreigde in een naar kranten gestuurde verklaring met geweld als Sayeed zich bij de nieuwe coalitie, door Zargar omschreven als een „Indiase marionettenregering”, zou aansluiten.

In Kasjmir werden in september en oktober in vier fases verkiezingen gehouden. Vorig weekeinde sloot de Democratische Volkspartij een regeerakkoord met de Congrespartij van Sonia Gandhi. Daarmee kwam een eind aan de macht van de Nationale Conferentie, de partij die Kasjmir een halve eeuw heeft geregeerd.

Kort nadat de regering in Srinagar was beëdigd, werden bij een busstation in het centrum van de stad een politicus van de Congrespartij en twee agenten die hem beschermden, doodgeschoten. Niet lang daarna werd op een plein in het centrum nog een politieman doodgeschoten. Indiase soldaten schoten twaalf vermoedelijke rebellen dood die vanuit het Pakistaanse deel van Kasjmir de grens probeerden over te steken.