Winnaar Turkse verkiezingen moet aan zijlijn blijven
Leider Recep Tayyip Erdogan van de Partij voor Recht en Ontwikkeling (AKP) durfde zondagavond na het bekend worden van de eerste prognoses de overwinning in de Turkse verkiezingen al op te eisen. Hij zei dat zijn partij bereid is het land te regeren, al zal dat niet met Erdogan als premier zijn.
De voorman van de gematigd islamitische AKP is eerder wegens het „aanzetten tot een islamitische opstand” veroordeeld. Erdogan, oud-burgemeester van Istanbul, had een gedicht voorgedragen met daarin de voor de rechter onaanvaardbare passage: „De moskeeën zijn onze barakken, de koepels zijn helmen en de gelovigen onze soldaten.”
Vanwege zijn veroordeling mag Erdogan geen politieke functies vervullen. Er is echter niemand die er aan twijfelt dat Erdogan als zijn AKP tot de regering toetreedt, achter de schermen de rol van sterke man zal blijven spelen.
Erdogan werd in 1954 geboren in de plaats Rize aan de Zwarte Zee. Zij vader was kustwacht. Toen Recep Tayyip dertien jaar oud was besloot zijn vader dat het tijd was om aan de armoede te ontsnappen. Het gezin Erdogan verhuisde naar Istanbul, waar de jonge Recep Tayyip op straat limonade moest verkopen.
In Istanbul bezocht hij een islamitische school en maakte hij furore als voetballer. Aan de universiteit Marmara haalde Erdogan een graad in het vak management.
Op de universiteit kwam hij in contact met Necmettin Erbakan, de latere premier en voorman van de islamitische Welvaartspartij. Binnen de Welvaartspartij maakte Erdogan snel carrière. In 1994 werd hij burgemeester van Istanbul. Vriend en vijand zijn het erover eens dat hij in dat ambt goed werk afleverde. Hij zorgde ervoor dat de stad een schonere en groenere aanblik kreeg en hield zich ver van corruptie.
In 1998 veroordeelde een rechter hem tot tien maanden cel omdat hij tot religieuze haat zou hebben aangezet. Na vier maanden werd hij echter al weer vrijgelaten.
Enkele jaren daarna verbood een Turkse rechter de Welvaartspartij, omdat die als islamitische groepering de in de grondwet vastgelegde scheiding tussen kerk en staat in gevaar zou brengen. Vorig jaar augustus lanceerde Erdogan de opvolger van die partij, de AKP.
In de loop der jaren is Erdogan gematigder in zijn opvattingen geworden. Hij noemt zich een „pro-westerse conservatief” en voelt er niets voor om met Turkije uit de NAVO te stappen.
Hij accepteert dat vrouwen hoge functies bij de overheid vervullen en zonder hoofddoek naar school gaan. Toen hem de vraag werd gesteld of zijn echtgenote een hoofddoek draagt wanneer ze samen een receptie bezoeken, antwoordde Erdogan eenvoudig dat zijn vrouw hem op zo’n bijeenkomst niet vergezelt.