Het wetsvoorstel, dat vrijdag werd goedgekeurd door het lagerhuis, moet nog worden aangenomen in het hogerhuis en vervolgens door president Vladimir Poetin worden ondertekend voordat het in werking zal treden.

Volgens minister van Perszaken Michail Lesin is de noodzaak van de censuurmaatregelen tijdens het recente gijzelingsdrama in Moskou aangetoond. „De terroristen hadden een uitgebreide mediacampagne voorbereid om van hun actie een publicitair succes te maken”, aldus Lesin in de krant Izvestia.

De Tsjetsjeense terroristen die ruim 800 mensen gegijzeld hielden, hebben verscheidene malen verslaggevers en televisieploegen toegelaten tot het theater, al zijn hun boodschappen nooit integraal uitgezonden, ondanks hun eis aan de televisiezenders dat wel te doen.

Het beperken van de berichtgeving over het terrorisme zal vooral gevolgen hebben voor de berichtgeving voor de strijd in Tsjetsjenië, die nu al aan strenge beperkingen van het leger onderhevig is.

Russische mensenrechtenactivisten hebben de vrees uitgesproken dat door de censuur de berichtgeving over Tsjetsjenië nog sterker dan nu reeds het geval zou zijn een propagandistisch karakter zal krijgen en dat de Russische bevolking niet objectief geïnformeerd zal worden over het conflict. „Elke openbare discussie over de strijd daar zal de kop worden ingedrukt en worden betiteld als het hinderen van de antiterreurcampagne van de overheid en het leger”, aldus Oleg Panfilov, directeur van het Russische Centrum voor Journalistiek onder Extreme Omstandigheden.

Ondertussen heeft een Tsjetsjeense website vrijdag een verklaring gepubliceerd die afkomstig zou zijn van de belangrijkste Tsjetsjeense rebellenleider, Sjamil Basajev, waarin deze zegt dat hij de gijzelingsactie in Moskou georganiseerd heeft. De Russische regering verdenkt de door de rebellen tot president benoemde Aslan Maschadov ervan achter de actie te zitten. Basajev zou slechts Maschadov uit de wind willen houden. Basajev verklaarde dat de Tsjetsjenen door zullen gaan met het „verplaatsen van de strijd naar Rusland” en dat er bij een volgende actie geen gijzelaars zullen worden genomen, maar dat geprobeerd zal worden „om maximale schade aan de vijand toe te brengen.”

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft van Rusland een verzoek gekregen om verscheidene Tsjetsjeense groeperingen op de lijst van internationale terreurbewegingen te plaatsen.