Dalend vertrouwen zegt nog niet alles
Duitse ondernemers zijn somberder over het herstel van de economie en het vertrouwen van Amerikaanse consumenten daalt. Een terugkeer in Duitsland naar een recessie acht Stroeve echter onwaarschijnlijk. Belangrijker dan het vertrouwen van consumenten in de Verenigde Staten vindt de effectenbank hun inkomen. En dat stijgt.
De nieuwe week was nog maar koud begonnen of de financiële markten werden al opgeschrikt door een tegenvallende Ifo-conjunctuurindicator voor de maand oktober. Maandagochtend werd bekendgemaakt dat deze toonaangevende conjunctuurindicator harder was gedaald dan de markt vooraf had ingeschat. Een negatieve reactie op de aandelenbeurzen bleef echter uit, de AEX-index sloot maandag zelfs 4 punten in de plus.
De nieuwe belastingplannen van de Duitse regering hebben het vertrouwen onder de Duitse ondernemers aangetast. De index bereikte met de daling de laagste stand in negen maanden. Eveneens werden door een aantal conjunctuurinstituten de groeiprognoses voor de Duitse economie voor dit jaar en volgend jaar fors neerwaarts herzien.
De aandelenbeurzen reageerden dinsdag wel sterk negatief op de forse daling van het consumentenvertrouwen in de VS. Somberheid bij de consument kan al gauw leiden tot terughoudendheid in zijn bestedingen, met negatieve gevolgen voor de economische groei. Zonder dit zwakke cijfer te willen bagatelliseren, is enige relativering op zijn plaats. De historie leert dat het vertrouwen van de consumenten vaak pas een dieptepunt bereikt als de recessie al (bijna) ten einde is, terwijl de consumptieve bestedingen dan de weg omhoog al weer gevonden hebben. Omgekeerd bereikt het vertrouwen vaak pas zijn top als de recessie al is ingezet. Veel belangrijker dan het consumentenvertrouwen is ook de inkomenspositie van de consument - en deze is in de VS nog altijd positief.
De economische groeicijfers voor het derde kwartaal in de VS vielen donderdag enigszins tegen. De bbp-groei kwam uit op 3,1 procent op jaarbasis, waar werd gerekend op een toename van 3,6 procent. De groei werd voornamelijk gedragen door sterke consumentenbestedingen. Opvallend en zeker ook positief was ook het feit dat de bedrijfsinvesteringen sinds lange tijd weer een groei lieten zien. Voor de komende twee kwartalen verwacht Stroeve een groei van om en nabij de 2 procent op jaarbasis.
Gistermiddag keken de markten vol spanning uit naar het arbeidsmarktrapport in de VS. Veel marktbeweging bracht het echter niet met zich mee. De werkloosheid liep licht op naar 5,7 procent (marktverwachting 5,8 procent) en het aantal banen nam af met 5000, marginaal beter dan de afname met 8000 die werd verwacht. Positief voor de Amerikaanse consument is wel dat de werkloosheid in vergelijking met voorgaande recessies slechts licht is toegenomen.
De voortekenen voor de maandag uit te komen fabrieksorders in de VS zijn niet hoopgevend. Recent bleek dat de orders voor duurzame goederen (de andere helft van de fabrieksorders bestaat uit de orders voor niet-duurzame goederen) in oktober sterk waren afgenomen. Ook ontwikkelt de deelindex voor nieuwe orders, onderdeel van de invloedrijke ISM-index, zich al een aantal maanden teleurstellend. Het heeft er dus alle schijn van dat het herstel van de orderontvangsten in de Amerikaanse economie lijkt te stokken. Gezien de sterke stijging gedurende de afgelopen maanden niet geheel verrassend. Positief is ook dat het driemaands voortschrijdend gemiddelde van de fabrieksorders op jaarbasis nog altijd toeneemt.
Woensdag en donderdag zal de aandacht van de financiële markten uitgaan naar de centrale banken van de VS, Groot-Brittannië en Europa. Het FOMC, het beleidsbepalende orgaan van de Fed, in de VS trapt woensdag af met een rentebesluit. Op de financiële markten wordt, na de sombere macrocijfers van afgelopen tijd, de kans op een renteverlaging van 0,25 procentpunt zeer groot geacht. Stroeve is hiervan echter niet overtuigd. Verdere renteverlaging door de Fed lijkt namelijk niet de juiste methode om de Amerikaanse economie een duwtje in de rug te geven. Ten eerste is het marginale effect op de economie bij het huidige, reeds zeer ruime monetaire beleid beperkt.
Belangrijker is echter nog dat een lagere rente pas over negen tot twaalf maanden effect zal hebben op de economie. Waarschijnlijk komt dit dan op een moment dat een extra stimulans niet meer nodig is. Wel kan een renteverlaging het sentiment bij ondernemers en consumenten positief beïnvloeden. De kans dat de ECB donderdag de rente verlaagt is reëler. Tot aan het maandbericht van oktober lieten verschillende EC-bestuurders telkens weten dat de rentetarieven in Europa gepast waren voor de stand van de reële economie.
In het bewuste maandbericht gaf de ECB echter voor het eerst aan dat de risico’s omtrent het herstel in Europa door de sterke koersdalingen op de aandelenbeurzen waren toegenomen. Zoals wij al eerder aangaven, zette de ECB hiermee de deur voor een renteverlaging op een kier en werd geprobeerd de financiële markten voor te bereiden op een renteverlaging. Evenals voor de Fed wordt geen verdere verruiming van het monetaire beleid door de Bank of England verwacht.
Als slotstuk van de week wordt vrijdag in Duitsland de industriële productie in de maand september bekendgemaakt. Met de werkgelegenheidscijfers die donderdag worden gepubliceerd en de fabrieksorders die woensdag al worden gepubliceerd, krijgen de financiële markten een goed inzicht in de huidige stand van de Duitse economie. Dat dit beeld niet al te positief is, lijkt vooraf al duidelijk. Het is niet voor niets dat de ECB vooral vanuit Duitsland druk ondervindt om de rentetarieven te verlagen. Alhoewel Duitsland het grootste en ook invloedrijkste land van Europa is, wordt sinds de oprichting van de EMU het monetaire beleid gebaseerd op de gehele eurozone, waarvan Duitsland slechts een (groot) deel uitmaakt.
Deze rubriek komt tot stand in samenwerking met effectenbank Stroeve.