„Rol overheid bij duurzaam ondernemen bescheiden”
Ondernemers moeten maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) zelf gestalte geven en niet te veel naar de overheid kijken. Eigen verantwoordelijkheid staat voorop, stelt Tweede-Kamerlid voor de SGP C. G. van der Staaij.
„De politiek beslist niet over wat moreel gezien wenselijk is. Wel kan de overheid een stimulerende en faciliterende rol spelen.” Dat kan bijvoorbeeld door een stokje te steken voor de fiscale aftrekbaarheid van steekpenningen. Mvo gaat echter verder dan de overheid ooit kan reguleren, stelde Van der Staaij vrijdag op een bijeenkomst van de RMU in het Veluwse dorp Garderen.
Vanaf midden jaren negentig is de belangstelling in Den Haag voor mvo aanzienlijk gegroeid. Zoals dat gaat in de politiek, liggen er inmiddels karrenvrachten documenten over dit onderwerp. Desondanks, of wellicht juist daarom, vindt Van der Staaij een waarschuwing voor een „schimmige vervlechting tussen de publieke en de private sfeer” op haar plaats.
De SGP-politicus ziet graag dat het onderscheid tussen beide overeind blijft. Het bedrijfsleven draagt volgens hem zonder enige twijfel zelf de eerste verantwoordelijkheid voor een goede invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. „De samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven heeft grenzen. Wat de overheid regelt, is de harde ondergrens, namelijk datgene wat juridisch moet.”
Van der Staaij beschouwt mvo als een mooi voertuig om de discussie over waarden en normen ook in het bedrijfsleven te voeren. „De nadruk op ethiek is heel belangrijk. Want wat wettelijk is toegestaan, is niet automatisch ethisch toelaatbaar.” Hij hield de zaal voor dat in algemeenheden blijven steken niet ver genoeg gaat. Mvo gaat over handelen. Als concrete aanknopingspunten noemde hij het in dienst nemen van ex-gedetineerden, het leefbaar maken van achterstandswijken of het bijdragen aan ontwikkelingshulp.
Om ook werknemers nadrukkelijker bij mvo te betrekken, werkt de RMU intussen aan een ”Handvest voor de maatschappelijk verantwoorde mens”. „Mvo is een taak voor ondernemers én voor medewerkers”, lichtte directeur P. Schalk van de vakorganisatie toe. „De spade moet dieper. Wij moeten toe naar een gezamenlijk gedeelde verantwoordelijkheid.”
Manager strategische inkoop bij SCJohnson B. Koopman wees erop dat persoonlijk gedrag een beeldbepalend onderdeel vormt van mvo. „Voor een christen zou mvo geen nieuw begrip moeten zijn. Houd het eenvoudig. Wees consistent.”
Ds. M. J. Kater vatte mvo kernachtig samen: „Niet goodwill, maar Gods wil staat voorop. Als wij vanuit een christelijke levensovertuiging maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, mag het niet zo zijn dat de ziel wordt verwaarloosd. Uit de Bijbel blijkt geen driedeling van de mens. Hoofd, hart en hand vormen een totaliteit.
De werkelijke waarde van mvo blijkt niet uit een wollig geschreven jaarverslag, maar uit ondubbelzinnige innerlijke motivatie.” De christelijke gereformeerd predikant uit Zeist noemde het triest dat de mvo-beweging uitgerekend vanuit het humanistische gedachtegoed onder de aandacht is gekomen.