Muziek als medicijn
Het Bijbelse verhaal van de depressieve Saul en de harp spelende David kent iedereen. Ook antieke bronnen berichten over de geneeskrachtige werking van muziek: muziek als medicijn. Tamara Wanker studeerde er cum laude op af. Onlangs verscheen een publieksuitgave van haar onderzoek.
De muziektherapie blijkt zeer oude papieren te hebben. Er zijn ons nauwelijks voorbeelden van muziek uit de Romeinse en Griekse oudheid overgeleverd. Toch weten we dat muziek toen al niet uit het dagelijks leven was weg te denken.Veel activiteiten gingen gepaard met een passende muzikale begeleiding. Zo klonk muziek niet alleen bij speciale gelegenheden, zoals een bruiloft, een begrafenis of een religieuze ceremonie, maar ook bij alledaagse werkzaamheden, sportieve bezigheden, in het leger en bij het bevorderen van de nachtrust. Een van de bijzonderste toepassingen betrof de muziek als geneeswijze.
Oorsprong
Volgens de Griekse mythologie waren de uitvinders en beoefenaars van muziek goden en halfgoden: Apollo, Amphion en Orpheus. Muziek zou magische krachten bezitten. De Grieken dachten dat muziek ziektes kon genezen, lichaam en geest kon reinigen en in de natuur wonderen kon bewerkstelligen.
De vroegste verwijzingen naar muziek als geneeswijze zijn te vinden in de poëzie van Homerus. Zo verwondde Odysseus tijdens een jachtpartij zijn been. De zonen van Autolykos wisten hier wel raad mee: zij verbonden de wond en konden met een toverspreuk, een epaoidê, een einde maken aan het vloeien van het bloed. Een dergelijke epaoidê was een melodieus gescandeerde of gezongen formule die gebruikt werd als demonen als oorzaak van de ziekte werden gezien.
De vraag rijst of deze en andere antieke muziektherapie magisch of juist beredeneerd werd bezien. Tamara Wanker concludeert aan het slot van het eerste hoofdstuk dat voor de oude Griek zowel medische als niet-medische acties een heilzame natuurlijke werking hadden.
Betoverend
We hebben veel meer informatie over Griekse muziektheorieën dan over de muziek zelf. Het bood de auteur in ieder geval de gelegenheid tal van verklaringen voor de geneeskrachtige werking van muziek de revue te laten passeren. Aan bod komen inzichten van Homerus, Pythagoras, Gorgias, Hippokrates en Plato. De onderzochte periode bestrijkt daarmee de negende eeuw tot de vierde eeuw voor Christus.
Wat volgens de auteur opvalt, is de verscheidenheid aan muzikale geneeswijzen. Er bestonden verschillende toepassingen en bijbehorende verklaringen van muzikaal genezen naast elkaar. Interpretaties van de geneeskrachtige processen liepen nogal eens uiteen. Overeenkomst in de verschillende visies was het geloof in de ”betoverende” werking van muziek. Of het nu gaat om de letterlijke betoverende werking van muziek of om de „onweerstaanbare bekoorlijkheid die van de genezende muziek uitging.”
Erfenis
Er zijn volgens Wanker redenen te over om de Griekse muziektherapie onder de loep te nemen. Deze toepassingen hebben volgens haar niet alleen hun uitwerking gehad op de wijze waarop men gebruikmaakte van en nadacht over de geneeskrachtige werking van muziek in de hellenistische, Romeinse en Byzantijnse tijd. Ze waren tevens een geliefd onderwerp van studie en navolging voor artsen, tot in de negentiende eeuw toe. Ook de muziektherapie behoort dus tot de invloedrijke erfenis van de antieken.
Uit de studie van Wanker blijkt des te meer dat muziek in de antieke wereld niet slechts op vermaak gericht was, maar dat men duidelijk een breder kader van toepassingen kende. Muziektherapie wordt tegenwoordig in de westerse geneeskunde niet altijd even serieus genomen. Maar wordt juist vandaag de dag muziek niet buitensporig veel gebruikt om anderen te beïnvloeden en rituelen te begeleiden?
N.a.v. ”Muziek in de oudheid: een ’betoverende’ manier om te genezen”, door Tamara Wanker; uitg. Scriptio, Deventer, 2008; ISBN 978 90 8773 009 3; 167 blz.; € 14,95.