Dat schrijven de Tweede Kamerleden Koopmans (CDA) en Cramer (ChristenUnie) in de maandag op het NS-station in Enschede gepresenteerde initiatiefnota ”Grenzeloos genoeg”.Volgens Cramer is het grensoverschrijdende regionale treinverkeer duidelijk achtergebleven bij het binnenlandse treinverkeer. „De NS doen relatief weinig met de huidige verbindingen en diensten in het grensgebied. Wij zien graag dat ze hier meer energie in steken. Bijvoorbeeld met een verbinding tussen Osnabrück en Zutphen. Wellicht is het mogelijk dat andere regionaal georiënteerde vervoersmaatschappijen een deel van de concessie van de NS overnemen om deze treinverbindingen te exploiteren.”

Volgens de opstellers van de nota moet het ministerie van Verkeer en Waterstaat druk uitoefenen op de NS om knelpunten op te lossen op de grensoverschrijdende treinverbindingen tussen Enschede en Gronau, Groningen en Leer, Maastricht en Luik en Roosendaal en Antwerpen. Door het internationale karakter van deze lijnen is er volgens Koopmans en Cramer geen vervoerder die hier de verantwoordelijkheid neemt.

Daarnaast moeten het ministerie en de vervoersorganisaties vijf treinstellen uitrusten met meer beveiligingssystemen, zodat de verschillende systemen in Duitsland, Nederland en België beter op elkaar zijn af te stemmen. Deze investering hebben beide partijen begroot op 2,5 miljoen euro.

Koopmans en Cramer stellen in de nota dat Nederlandse conducteurs op Duits en Belgisch grondgebied in de trein zwartrijders zouden moeten kunnen bekeuren. Dat is tot dusver wettelijk niet mogelijk.

De NS willen de plannen serieus bekijken. „Wij zijn blij met dit initiatief, hoewel we de nota nog niet hebben gelezen”, aldus een voorlichter. De NS zullen eerst overleggen met politieke partners op landelijk en provinciaal niveau om te zien of er marktonderzoek moet komen. „Zo ja, dan moet blijken of er op deze vier treindiensten voldoende reizigers zijn om minimaal het break-evenpoint te bereiken.”