Schotland: geen halve, maar een hele cake
De zelfstandigheid van Schotland is nog nooit zo dichtbij geweest sinds de Schotse Nationale Partij (SNP) vorig jaar de grootste werd. De partij kondigde een referendum aan over volledige onafhankelijkheid in 2010. „En in 2011 is Schotland dan onafhankelijk”, zegt SNP-politicus Kenneth Gibson. Maar, is een onafhankelijk Schotland wel haalbaar?
„Waarom niet?” kaatst Gibson terug. „Andere landen kunnen onafhankelijk zijn, dus Schotland ook.”Het is maar net hoe je de vraag stelt, vervolgt het parlementslid. „Vraag je of we los van Engeland willen zijn of vraag je of we onafhankelijk willen zijn? De Labourpartij zegt dat we ons willen afscheiden van Engeland. Maar wij zeggen dat we onafhankelijk willen zijn. Veel Engelse politici zullen ertegen vechten, maar dit streven is niet te stuiten”, aldus de SNP-politicus.
Unie
Gibson ontvangt zijn gasten in de mediaruimte van het Schotse parlement. Na de unie tussen Engeland en Schotland in 1707 ging de Schotse volksvertegenwoordiging op in het Britse parlement in Londen. Om het groeiende Schotse nationalisme tegemoet te komen, stond de toenmalige Britse premier, Blair, toe dat Schotland in 1999 weer zijn eigen parlement kreeg.
Bij de verkiezingen van vorig jaar mei slaagde de SNP erin om zelfs de Labourpartij na tientallen jaren als grootste partij te verslaan. De nieuwe premier van Schotland, Alex Salmond, beloofde een referendum over onafhankelijkheid in 2010.
Het nieuwe parlementsgebouw in Edinburgh is een architectonisch hoogtepunt. Het heeft vele malen meer geld gekost dan begroot. Veel Schotten zijn niet blij met de kostenoverschrijding, maar vinden het wel een erg mooi gebouw.
Hoge plafonds in combinatie met veel hout en sierlijke loungestoelen geven de mediaruimte een huiselijke sfeer. Door de hoge ramen valt volop licht naar binnen.
Gibson steekt van wal. Al vrij snel gaat hij rechtop zitten en blijft hij ononderbroken aan het woord. Hij zet zijn woorden kracht bij door druk met zijn handen te gebaren. „Waarom niet, waarom niet?” vraagt hij steeds, en: „Snap je wat ik bedoel?” Zodra hij iets hoort wat hem niet bevalt, betrekt zijn gezicht. Meteen daarop zet hij dan de aanval in.
Gratis
„Over het algemeen waarderen de Schotten ons werk”, meent Gibson. „Als we onafhankelijk zijn, kunnen we de dienstverlening verbeteren. Dan kunnen ook de belastingen omlaag”, stelt hij. „Het afgelopen jaar hebben we meer geld besteed aan onderwijs, ouderenzorg en medicijnen. De medicijnen zijn nu zelfs gratis. Bij volledige onafhankelijkheid zal meer van dit soort maatregelen mogelijk zijn. Zodra we onafhankelijk zijn, komt er ook een beter alcoholbeleid. Ook zorgen we voor meer banen en huizen”, aldus de parlementariër.
Volgens de Duits-Schotse politicoloog aan de universiteit van Edinburgh Eberhard Bort was de SNP „tot voor kort meer een beweging dan een partij”, zo zei hij vorig jaar in deze krant. En verder: „De club heeft niet echt een duidelijke beleidsrichting.” Ook waarschuwde hij voor te verwachten problemen, doordat veel van de kandidaten op de SNP-lijst onervaren bestuurders zouden zijn. Hoe zijn de ervaringen op dat gebied na de verkiezingsoverwinning van vorig jaar?
Gibsons gezicht betrekt. „Waanzin”, stelt hij kortaf. „Bort moet al die jaren in een grot hebben geleefd. We maken alles beter en hebben voor elke situatie een goed beleid.” Ook andere kritische vragen over onafhankelijkheid stuiten laten het gezicht van de politicus betrekken.
Ook bij de groei van de SNP stelt Bort vragen. Hij ziet de opkomst van de partij vooral als een „proteststem” tegen het bestuur in Londen. „Bort is een idioot”, zegt Gibson stellig. „Hij weet niet waarover hij het heeft. Het gaat niet om protest. We stemmen toch niet om te protesteren? We stemmen voor de kwaliteit van leven, en het is niet specifiek de SNP die groeit. Het gaat de kiezer om zijn eigen prioriteiten. Hij wil dat zijn belastinggeld zo wordt besteed dat zijn kinderen niet hoeven te emigreren vanwege bijvoorbeeld slecht onderwijs.”
Optie
Zijn er voor Schotland geen andere opties dan onafhankelijkheid? „Natuurlijk niet. Veel Britse regeringen werden geleid door een Schotse premier, maar voerden Engels beleid. Ze hebben niets gedaan voor Schotse belangen. Dat willen we nu veranderen.
De groenen willen ook onafhankelijkheid. Alleen willen zij buiten de Europese Unie blijven. Ze denken dat ze op die manier dingen beter af te zijn. Wij, als SNP, willen bij de EU blijven. Op die manier kunnen we ook ideeën uitwisselen over belangrijke kwesties.”
De SNP-politicus stelt dat de Schotten de Engelsen altijd al voor waren. Zo gingen volgens Gibson de Schotten eerder naar school en hebben zij leidinggegeven aan de economie van Groot-Brittannië. „In 1817 was Schotland zelfs het rijkste land ter wereld. Het industrialiseerde veel eerder dan Engeland.”
Met zijn waterval aan argumenten wil Gibson aantonen dat Schotland echt onafhankelijk kan zijn. „Dat we altijd zo’n grote invloed hebben gehad op Engeland komt door onze Schotse agressie.”
Volgens de SNP-politicus zal een onafhankelijk Schotland dus succesvol zijn. Het onderwijs zal goed functioneren en Schotland haalt veel inkomsten uit de productie van gas, olie en whisky. Een andere optie dan onafhankelijkheid is er volgens Gibson niet. De SNP wil dat Schotland op gelijke voet staat met Engeland. „Er zijn nu 27 naties in de Europese Unie en wij willen de 28e worden. We willen niet worden geregeerd door buitenlanders uit Engeland.”
Het streven naar onafhankelijkheid mag volgens het parlementslid niet mislukken. Hij meent dat de Schotten absoluut beter zullen presteren zodra ze eenmaal een eigen staat hebben. „Dan hebben we de mogelijkheid om meer banen te creëren en om drugsverslaving en dakloosheid beter te bestrijden.”
Waarom is dat nu niet mogelijk? Gibson geeft aan dat het Schotse parlement op dit moment nog niet de bevoegdheid heeft om over de volle breedte beleid te ontwikkelen, omdat het nu eenmaal slechts een regionaal parlement is. Dat noemt hij erg frustrerend.
Maar Schotland kent toch zelfbestuur op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg? „Ik zal het uitleggen. We willen net als Holland zijn. Waarom mogen jullie meer zelfstandigheid hebben? Dat is niet eerlijk. We willen niet de helft van de cake, maar de hele cake. Dezelfde rechten en dezelfde verantwoordelijkheden als andere Europese landen.”
Olie
De olie die in de Schotse wateren wordt gewonnen, vormt de ruggengraat voor de financiering van de toekomstplannen van de SNP. Gibson: „Een onafhankelijk Schotland voorkomt dat het grootste deel van onze olieopbrengsten naar Londen blijft vloeien. Economisch gezien zou Schotland het prima zonder Engeland redden”, stelt het parlementslid.
Hij vraagt zich af of Engeland wel zonder Schotse olie-inkomsten kan. „Maar het is geen wedstrijd. We leven als Engelsen en Schotten gewoon naast elkaar. De Engelsen houden van de Schotten en de Schotten houden van de Engelsen en ze spreken dezelfde taal. Maar we willen niet door de Engelsen worden geregeerd.”
Kenneth Gibson
Kenneth Gibson (1961) is sinds 29 jaar actief in de politiek. In 1999 werd hij lid van het Schotse parlement voor de Scottish National Party (SNP). Hij is campagneleider van de partij. Uit dien hoofde promoot hij het streven naar een onafhankelijk Schotland. Daarnaast houdt hij zich bezig met daklozenbeleid en armoedebestrijding (vooral onder kinderen). Gibson zit in een aantal parlementscommissies op onder andere het gebied van kernenergie en jongeren.
Fusie
De onafhankelijkheidspartij SNP ontstond in 1934 door een fusie van de National Party of Scotland en de Scottish Party. In eerste instantie was de partij geen voorstander van onafhankelijkheid. De SNP pleitte in de eerste jaren van haar bestaan voor meer zelfstandigheid van Schotland binnen het Verenigd Koninkrijk. Sinds de afgelopen tientallen jaren pleit de SNP voor volledige onafhankelijkheid.
Ook in sociaaleconomisch opzicht is de partij door de jaren heen veranderd. Op dit moment staat de SNP links van de Labourpartij.
De SNP heeft 47 zetels in het Schotse parlement, één meer dan Labour. Eind juli snoepte de SNP bij een tussentijdse verkiezing een belangrijke zetel in het Londense Lagerhuis af van Labour. Algemeen wordt dit gezien als een vernedering voor premier Gordon Brown, zelf Schot.
scottish.parliament.uk en snp.org.
Beleid SNP
Ook al is Schotland niet onafhankelijk, de SNP zwaait als grootste partij de scepter over dit deel van Groot-Brittannië. Enkele uitspraken van SNP-campagneleider. Kenneth Gibson over belangrijke beleidsterreinen.
Drugs: „Drugs zijn een probleem en bezorgen Schotland een slecht imago. We proberen mensen heropvoedingstherapie te geven. Therapie is wel duurder, maar werkt veel beter dan methadonverstrekking. Methadon is namelijk net zo verslavend als harddrugs.”
Alcohol: „We geven alcoholvoorlichting aan jongeren, om hun belangstelling voor alcohol te verminderen. Ook maken we alcohol duurder en proberen we supermarkten beperkingen op te leggen bij de verkoop aan jongeren.”
Alcohol mag in Schotland worden verkocht aan jongeren vanaf 18 jaar. Misbruik is moeilijk te bestrijden. „Alcoholmisbruik is een ingewikkelder probleem dan drugsverslaving. De wetten komen namelijk uit Londen. Misbruik heeft vooral plaats onder jonge mensen. Om alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan, hebben we onder andere het volgende plan: mensen die alcohol verkopen aan jongeren onder de 18 jaar verliezen hun rijbewijs.”
Abortus: „We hebben geen beleid ten aanzien van abortus, want dat is geen issue in Schotland. Wij zien abortus als een gewetenskwestie, waarbij iedereen vrij is om te bepalen wat hij doet. Sommigen zijn voor, sommigen tegen.”
Christelijk onderwijs: „Natuurlijk bevorderen we de vrijheid van godsdienst. De SNP zelf is echter voornamelijk een atheïstische partij.”
Maar zou de SNP christelijke scholen willen financieren? „Het is altijd al zo geweest dat rooms-katholieke scholen subsidie krijgen. In 1918 zijn we overeengekomen dat deze godsdienstige stroming geld krijgt van de overheid voor eigen scholen. Niemand anders heeft naar subsidie gevraagd. Ook protestanten niet. Het rooms-katholieke onderwijs staat overigens erg goed bekend. Verder moet men het godsdienstonderwijs maar voor thuis bewaren.”