Kerk & religie

President Wit-Rusland tekent godsdienstwet

De president van Wit-Rusland, Aleksandr Lukashenko, heeft de omstreden godsdienstwet getekend die de activiteiten van kleine kerken en geloofsgemeenschappen sterk aan banden legt. Over tien dagen is de wet van kracht. Vastgelegd is nu dat de Russisch-Orthodoxe Kerk de belangrijkste is in Wit-Rusland. Het Keston Instituut in Oxford spreekt van „de meest repressieve godsdienstwet in Europa.”

Kerkredactie
1 November 2002 10:27Gewijzigd op 13 November 2020 23:54

Leiders van de Russisch-Orthodoxe Kerk steunen de herziene wetgeving. Veel priesters en kerkleden zijn het echter niet eens met de sterke beperkingen die aan andere geloofsgemeenschappen worden opgelegd. De wet verbiedt elke niet-registreerde religieuze activiteit. Godsdienstige lectuur komt onder overheidstoezicht te staan, en aan mensen die niet in Wit-Rusland wonen is het niet langer toegestaan religieuze organisaties te leiden. Het uitgeven van publicaties en het verzorgen van onderwijs worden beperkt tot geloofsrichtingen die meer dan tien geregistreerde gemeenten tellen, waarvan er ten minste één voor 1982 moet zijn geregistreerd.

Het Wit-Russische Hogerhuis nam de wet begin oktober aan met 46 stemmen voor, 2 tegen en 4 onthoudingen. Volgens de grondwet had de president daarna tien dagen om de wet te ondertekenen. Het is onduidelijk waarom Lukashenko deze termijn heeft overschreden. Er zijn aanwijzingen dat druk vanuit de Organisatie voor Veiligheid en Coöperatie in Europa, mensenrechtenorganisaties en kerken hier een rol heeft gespeeld.

Het kantoor van de president verklaart dat de wet is gericht tegen de uitbreiding van „destructieve sekten en occultisme.” Mensenrechtenorganisaties en kleine kerken spreken echter van „religieuze discriminatie.” Ook enkele parlementsleden zijn uiterst kritisch. „Ik beschouw de wet als strijdig met de grondwet”, zei Ivan Pashkevich, lid van het Lagerhuis, donderdag. Oleg Gulak van de mensenrechtenorganisatie Helsinki Committee laakt de korte tijd die kerken krijgen om zich opnieuw te laten registreren.

Ook bisschop Khomich van de Unie van Pinkstergemeenten is tegen de wet gekant, maar hij wil eerst zien wat de uitwerking ervan is. „De wet is niet alles; de praktijk is belangrijker. Er zijn veel wetten die niet worden toegepast. Hopelijk vergaat het deze godsdienstwet net zo.”

Ds. Lyavon Lipen van de geregistreerde gereformeerde kerk in Minsk noemt de wet „sterk discriminerend.” Hij beklaagt zich erover dat de wetgevers juist het calvinisme niet als traditioneel hebben erkend, „ondanks de belangrijke rol die dat sinds de zestiende eeuw in dit land heeft gespeeld.”

De kamerleden C. G. van der Staaij (SGP) en J. C. Huizinga-Heringa (CU) hebben eerder vragen over deze wet gesteld. In antwoord daarop meldde minister van Buitenlandse Zaken J. G. de Hoop-Scheffer begin deze week dat op 11 oktober een EU-delegatie bij de Wit-Russische minister van Buitenlandse Zaken haar bezorgdheid over de godsdienstwet naar voren heeft gebracht.

De eurofractie van de ChristenUnie-SGP is de afgelopen maanden bezig geweest de situatie in Wit-Rusland onder de aandacht te brengen van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. „Deze wet maakt de kloof tussen Wit-Rusland en de EU aanzienlijk dieper”, verklaarde drs. B. Belder enkele weken geleden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer