Israëlische politiek maakt ruk naar rechts
Dat de Israëlische politiek de komende tijd een ruk naar rechts gaat maken, is zo goed als zeker. Premier Ariel Sharon probeert een kabinet te vormen van religieuze en ultrarechtse partijen dat op een kleine minderheid in de Knesset steunt. Als dit niet lukt of als de regering geen lang leven beschoren is, komen er nieuwe verkiezingen. Opiniepeilingen laten zien dat rechts dan winst zal boeken.
Sharon heeft de vroegere stafchef Shaul Mofaz gevraagd minister van Defensie te worden in plaats van de afgetreden Ben-Eliezer. Mofaz werd vanochtend in de massakrant Yediot Ahronot geciteerd: „Geef mij de vrije hand om te handelen.” De Palestijnen zijn bang dat Mofaz de Palestijnse leider Yasser Arafat over de grens wil zetten. Ben-Eliezer zei te vrezen dat Sharon de Gazastrook opnieuw zal bezetten. Op Buitenlandse Zaken zal in de plaats van Shimon Peres mogelijk de welbespraakte Benjamin Netanyahu worden benoemd.
Het kabinet van nationale eenheid van Sharon heeft twintig maanden uitgezeten. Op 6 februari werden premierverkiezingen gehouden. De strijd ging toen tussen Ehud Barak van de Arbeiderspartij en Ariel Sharon van Likud. Sharon slaagde erin een kabinet van nationale eenheid te vormen. Deze week zei hij het te betreuren dat zijn kabinet uiteen was gevallen. In de Arbeiderspartij bestond van meet af aan verdeeldheid over de wenselijkheid van samenwerking met Sharon. Twee hoge politici in de Arbeiderspartij, Yossi Beilin en Shlomo Ben-Ami, wilden beslist niet meewerken. Ze hebben inmiddels de Knesset verlaten.
De bekende Arbeiderspartij-politicus Shimon Peres voelde wel voor samenwerking met de Likud. Sharon zette hem op Buitenlandse Zaken, zodat de internationaal gerespecteerde Peres in elk geval een deel van de kritiek zou kunnen opvangen die op Sharons beleid geleverd werd. Dat is tot en met deze week inderdaad gebeurd: Peres slaagde erin in de hoofdsteden van de wereld met korte en scherpe antwoorden de schuld van de misère op de Palestijnen af te schuiven.
Dat voor Sharon werd gekozen, was volgens politieke analisten een gevolg van de al-Aqsa-intifada. Israëliërs -zelfs linksgezinden- waren de golf van barbaarse terreuraanvallen meer dan zat. Deze ontstond nadat toenmalig premier Ehud Barak bij vredesonderhandelingen onder leiding van de Amerikaanse president Clinton belangrijke concessies had gedaan die tot een Palestijnse staat, met Jeruzalem als hoofdstad, hadden moeten leiden. Sharon stelde „vrede en veiligheid” in het vooruitzicht. Pas nadat het leger sinds maart de meeste Palestijnse autonome gebieden weer heeft ingenomen, durven vele Israëliërs langzamerhand de straat weer op te gaan.
Israëliërs konden vorig jaar niet op partijen in de Knesset stemmen. Reeds in 1999 hadden parlementsverkiezingen plaats. Dat verklaart dat de Arbeiderspartij en niet Likud de grootste fractie is. In 1999 versloeg Barak zijn Likud-tegenstander Benjamin Netanyahu met een grote meerderheid. Netanyahu hield het toen voor gezien en verliet de politiek. Nu echter bereidt hij een comeback voor. Hij hoopt bij de voorverkiezingen binnen de Likud-partij Sharon te verslaan.
Benjamin Ben-Eliezer nam het leiderschap in de Arbeiderspartij over van Ehud Barak, toen deze vorig jaar de premiersverkiezingen verloor. Het is onwaarschijnlijk dat hij nog lang leider zal blijven. De leden van de Arbeiderspartij geven de voorkeur aan de burgemeester van Haifa, Amram Mitzna. Ook de vroegere minister van Binnenlandse Zaken, Haim Ramon, is populair.
Ben-Eliezer zelf wordt onzekerheid verweten, die zou blijken uit zigzagbeleid. Hij zou ook zijn ware intenties -het neutraliseren van Mitzna en Ramon- bij de val van het kabinet deze week onvoldoende hebben verborgen. De officiële reden van de val was dat de Arbeiderspartij meer geld wilde uittrekken voor de snel groeiende groep armen in de samenleving. Deze maand worden voorverkiezingen in de Arbeiderspartij gehouden.
Opiniepeilingen voorspellen ook dat bij verkiezingen voor de Knesset het zeteltal van Likud van 19 zal stijgen tot 29. De Arbeiderspartij, die is verbonden aan de gematigd religieuze Meimad, zou echter van de huidige 25 zetels er circa 4 moeten inleveren. Rechtstreeks een premier kiezen, is voor de Israëliërs verleden tijd. Die mogelijkheid is in maart vorig jaar door de Knesset ongedaan gemaakt. Dat betekent dus dat Likud erop mag rekenen dat het de volgende premier levert. Waarschijnlijk zal dat Sharon zijn.
Sharon zal -hoe vreemd het misschien voor sommigen mag klinken- in zijn nieuwe kabinet een van de gematigden zijn. In zijn eigen Likud bevinden zich personen als Uzi Landau en Michael Kleiner, die zich veel harder tegenover de Palestijnen opstellen dan hij. Ook zal Sharon steunen op de radicaal-rechtse Nationale Religieuze Partij en de Nationale Eenheid/Israël Beitenu.
In het verleden moest Sharon compromissen sluiten met Ben-Eliezer en Peres, als zij de vergeldingen bespraken waartoe Israël overging na terreuraanslagen. Toen er bijvoorbeeld gesproken werd over de deportatie van de Palestijnse leider Yasser Arafat waren Sharon en Mofaz daar voorstander van. Ben-Eliezer was ertegen. Het compromis dat werd bereikt was de militaire omsingeling van het hoofdkwartier van Arafat in Ramallah. De middelen om het evenwicht te bewaren zullen met het vertrek van de Arbeiderspartij verdwijnen.