China controleert trucks na aanslag
De regio Xinjiang in het uiterste westen van China heeft maandag grootscheepse controles van vrachtwagens aangekondigd, na de aanslag op een groep agenten gisteren. De regio besloot tot deze maatregel na een „dringende instructie” van de overheid in Peking, staat te lezen op de website van de autonome provincie.
Gisterochtend reden twee mannen met een vrachtwagen in op een groep joggende agenten in de stad Kashgar in de onrustige moslimregio. Daarna gooiden de mannen handgranaten en gingen ze de agenten met messen te lijf. Zestien agenten kwamen om het leven, zestien anderen raakten gewond.De politie arresteerde beide daders. Volgens de staatsmedia betreft het leden van de etnische Oeigoeren. Dat zijn soennitische moslims.
In Xinjiang wonen 8,3 miljoen Oeigoeren en velen zijn ontevreden over de Chinese overheersing. Sommigen streven naar onafhankelijkheid.
De aanslag was de bloedigste in jaren in de Volksrepubliek. De politie arresteerde beide daders van 28 en 33 jaar oud. Een van hen verloor zijn arm toen hij het zelfgemaakte explosief tot ontploffing bracht. Over hun achtergrond of motieven is niets bekendgemaakt.
Veel oorspronkelijke inwoners van Xinjiang maken zich zorgen over de groeiende immigratie en uitholling van hun traditionele cultuur. Miljoenen Han-Chinezen emigreerden de afgelopen decennia naar Xinjian. Zij domineren de lokale politiek en de handel. Kashgar ligt ongeveer 4000 kilometer van de Chinese hoofdstad verwijderd.
De aanslag komt op een zeer slecht moment voor de Chinese autoriteiten. Vrijdag beginnen de Olympische Spelen. Meer dan 30.000 militairen beschermen het evenement. Een zegsman van het organiserende olympische comité zei dat de atleten en toeschouwers zich geen zorgen hoeven maken over hun veiligheid. „Peking is voorbereid op elke dreiging.”
De politie in Xinjiang beschikt over informatie dat de Oost-Turkestan Islamitische Beweging in de week voorafgaand aan de Spelen aanslagen wil plegen, aldus Xinhua. De afgelopen jaren en vooral sinds de aanslagen van 11 september 2001 op de Verenigde Staten, heeft de Chinese regering de strijd tegen vermeende radicale moslims opgevoerd. Vorige week executeerde China nog twee leden van de Oost-Turkistan Islamitische Beweging en kregen vijftien anderen zware straffen opgelegd.
De politie en officiële media reppen geregeld over successen in de strijd tegen deze ’terroristen’, maar de autoriteiten komen nooit of zelden met bewijs om hun beweringen te bevestigen. Mensenrechtenactivisten stellen dat de strijd wordt gebruikt om alle dissidente stemmen onder de Oeigoeren op te pakken en om hun religie en cultuur te onderdrukken.