„Olieschaarste breekt sneller aan dan gedacht”
Het internationale kennisinstituut Clingendael waarschuwt dat de langdurige periode van olieschaarste veel sneller zal aanbreken dan wordt gedacht. Dat meldde de Volkskrant woensdagmorgen.
Niet rond 2015, maar al in 2010 zal er wereldwijd een nijpend tekort zijn. De bodemprijs van een vat olie gaat naar 110 dollar, aldus de pas verschenen analyse ”Oil turbulence in the next decade”. Het is de eerste keer dat Clingendael zich zo pessimistisch toont over de oliemarkt. Door de tekorten zouden er ook militaire conflicten kunnen ontstaan in olielanden in Afrika.Het Internationaal Energie Agentschap ging er tot voor kort van uit dat de tekorten zich rond 2015 zouden aandienen. Clingendael becijfert nu dat de problemen al vijf jaar eerder hun beslag krijgen. „Als geen actie wordt ondernomen, zal het energiesysteem op zijn grondvesten schudden”, staat in het rapport. Zelfs met optimistische scenario’s zullen de tekorten het komende decennium aanhouden, denkt Clingendael. „Realistisch gezien zal de situatie de komende tijd eerder verslechteren dan verbeteren.”
De wereld zal daardoor „door een periode van substantiële vraagverstoring” gaan. Het tekort zal in 2030 ongeveer 11 tot 18 miljoen vaten per dag bedragen, oftewel tweederde van het dagelijkse verbruik in de Verenigde Staten. Als bestaande velden sneller opraken, wordt de krapte nog nijpender.
„De afgelopen periode hebben we een voorproefje gekregen van een periode met tekorten”, zegt auteur Coby van der Linde van Clingendael. „De prijzen kunnen hevig gaan fluctueren.” Door de olietekorten zullen de prijzen van olie op een hoog niveau blijven. Een prijs van 110 dollar per vat beschouwt Clingendael als ondergrens, waar nog geen jaar geleden veel deskundigen een prijs van 50 tot 80 dollar per vat reëel vonden. De olieprijs kan echter ook snel doorschieten naar 200 dollar per vat.
Vooral problemen boven de grond veroorzaken de krapte, zegt Van der Linde. „Er is nog voldoende olie onder de grond, maar door een mix van factoren wordt er nog altijd te weinig geïnvesteerd.” In de jaren negentig staken energiebedrijven nauwelijks geld in nieuwe projecten, omdat de olieprijs met 10 tot 15 dollar per vat extreem laag was. Nu worden energiebedrijven geremd in hun investeringen door grote politieke en economische onzekerheden. „Bedrijven kunnen moeilijk inschatten of hun miljardeninvesteringen over twintig jaar nog winstgevend zijn.”
De olie-industrie kampt ook met een groot tekort aan technisch personeel, zegt voorzitter Rembrandt Koppelaar van de Stichting Peak Oil Nederland, een organisatie die al enkele jaren waarschuwt voor olieschaarste. „Door de vergrijzing is er minder kennis om de moeilijke projecten snel en foutloos uit te voeren.” Volgens Koppelaar zijn de energiebedrijven te laat begonnen met investeringen en hebben ze onderschat hoe snel olievelden opraken.
Door de krapte kunnen er politieke spanningen ontstaan tussen de grootverbruikers China en de Verenigde Staten. Vooral in Afrika kunnen er militaire conflicten ontstaan. „Afrika kent nog veel zwakke regimes”, stelt Van der Linde. De eerste signalen voor een mogelijk strategisch conflict zijn zichtbaar: „China is zijn marine aan het uitbreiden. De Verenigde Staten hebben in het Pentagon een aparte desk voor Afrika opgezet.”Vooral de kustgebieden van Angola en Nigeria vormen in potentie een militair conflictgebied, zegt analist Cyril Widdershoven van adviesbureau Deloitte. „Op zee kan je de boorplatforms beschermen met marineschepen.”