Hopen op de koningin als buurvrouw
Op de landkaart lopen de snelweg A27, de spoorlijn Utrecht-Hilversum en een deel van de Koninklijk Weg parallel. Dat wekt geen hoge verwachtingen. De werkelijkheid valt mee: de weg- en spoorgeluiden dringen niet hinderlijk door op het mooie wandelpad tussen Groenekan en Hollandsche Rading.
Er zijn weinig wandelaars en fietsers op het pad door de landerijen tussen Groenekan en Maartensdijk. Het is er rustig. Totdat een al te enthousiaste jongen op een vierwielige brommer -een quad- zijn stuurmanskunsten probeert te laten zien.Bij de buurtschap Nieuwe Wetering duikt het pad onder de provinciale weg en een veeviaduct met schapen erop door. De dieren kijken verschrikt op.
Bij het naastgelegen benzinestation controleren een paar Russen de bestelbussen die ze hebben gekocht. De wagens worden klaargemaakt voor export naar hun vaderland. Kassa.
Het pad gaat rechttoe, rechtaan richting Maartensdijk. Bij het dorp buigen een paar jochies zich over een doodgereden eend. „Wat is dat?” vraagt er één, wijzend op de met vliegen overdekte ingewanden die ernaast liggen; biologieles in de vakantie.
Maartensdijk
Even verder staat het kerkgebouw van de Sint-Maartenparochie. In Maartensdijk -domicilie van SGP-voorman Van der Vlies- woont een flinke groep behoudende protestanten, maar er is ook een oude roomse gemeenschap. Tot de Reformatie huisden die in wat nu de dorpskerk heet. Nu komen de hersteld hervormden er onder het Woord. De rooms-katholieken hebben sinds de jaren zestig hun eigen, moderne parochiekerk.
Na Hollandsche Rading duikt de route het bos in richting Lage Vuursche. Halverwege tussen de twee plaatsen ligt natuurcamping De Fazantenhof. Van het bijbehorende restaurant is niet veel meer over: een ingestort dak en zwartgeblakerde balken en ramen. Het oogt als een ruïne. „Ja, dat gebouw is al twee jaar geleden uitgebrand. Het was een restaurant. De eigenaar doet er niks aan”, vertelt een teleurgesteld klinkende buurvrouw.
Het pad naar Lage Vuursche is nog nat van de regen van de afgelopen dagen. Het pad is daardoor voor rolstoelers op twee plekken niet begaanbaar.
In Lage Vuursche zitten de terrassen vol. Het is etenstijd. De vele fietsers en wandelaars genieten van de lunch. Recht tegenover een van de toegangshekken van Kasteel Drakensteyn zit Restaurant Lage Vuursche. „De verbouwing van het kasteel is bijna klaar”, weet een van de obers. „En dan komt koningin Beatrix hier wonen”, klinkt het verwachtingsvol. Hij verwacht meer klandizie.
Van het privébuiten van de koningin is weinig te zien. Bomen en struiken benemen het zicht op Drakensteyn. Het hoge, omstreden hek rond het kasteel is wel nadrukkelijk aanwezig.
Kevertjes
Vanaf Lage Vuursche gaat het bijna in een rechte lijn naar Baarn; nog steeds door de bossen. Op het pad kruipen tientallen zwarte kevertjes. Veel soortgenoten overleven de oversteek niet: ze worden geplet onder de wielen van passerende fietsers.
In het bosgebied tegen Baarn aan zijn een paar wandelaars de weg kwijt. „O, zijn we daar al”, klinkt het opgewekt als ze op hun kaart ontdekken hoe ver ze al gevorderd zijn.
De Koninklijke Weg gaat verder langs de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort. De treinen rijden hier door een uitgegraven geul. Het landschap krijgt er een buitenlands karakter door.
Station Baarn wacht op de volgende trein. Het oude stationsgebouw ligt er rustig bij. Jammer dat de wandelaars van de Koninklijke Weg niet even een blik mogen werpen in de koninklijke wachtkamer. Zeker nu Paleis Soestdijk toch niet meer in gebruik is bij de Oranjes. Ook Baarns koninklijke (spoor)glorie vergaat.
Redacteuren lopen in elf etappes De Koninklijke Weg van Den Haag naar Apeldoorn. Vandaag de zesde etappe: van Groenekan naar Baarn.
Kasteel Drakensteyn
Op de plaats van Kasteel Drakensteyn in Lage Vuursche stond in de 14e eeuw een versterkte ridderhofstede. De bewoner was Werner van Drakenburg. Ook toen had het gebouw al een achthoekige vorm. De ridders van Drakenburg woonden tot in de 16e eeuw op Drakensteyn. Het buiten kreeg zijn huidige vorm in de 17e eeuw. In 1806 kreeg mr. Paulus Willem Bosch, burgemeester van Utrecht, het kasteel in handen. Zijn familie bleef de eigenaar totdat prinses Beatrix het in 1959 overnam. De oudste dochter van koningin Juliana beleefde er gelukkige jaren met prins Claus en hun drie jongens. Toen Beatrix in 1980 koningin werd, verhuisde zij naar Den Haag. Nu lijkt het gebouw klaar te worden gemaakt voor een nieuwe fase van permanente bewoning. De verwachting is dat koningin Beatrix zich in Lage Vuursche vestigt als prins Willem Alexander haar opvolgt.