Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer bepleitte woensdag tijdens een commissievergadering meer ruimte voor de scholen. Minister Van der Hoeven van Onderwijs stond daar niet afwijzend tegenover. Scholen mogen in regionaal verband met elkaar knelpunten inventariseren en met concrete voorstellen naar de minister komen. De bewindsvrouw sluit dan een contract met de scholen af, waarna deze aan de slag kunnen.

De vorige minister van Onderwijs, Hermans, heeft bijvoorbeeld een contract afgesloten met de regio Rotterdam om de uitval in het vmbo tegen te gaan. De minister kan zich voorstellen dat andere regio’s met vergelijkbare of andere voorstellen komen.

Meer praktijklessen en meer mogelijkheden voor stage zijn volgens de Kamer belangrijke instrumenten om vmbo-leerlingen gemotiveerd te houden, zodat ze uiteindelijk een diploma behalen. De uitval in het vmbo is groot. In totaal verlaten jaarlijks 47.000 leerlingen zonder diploma de school.

Naast meer ruimte voor stage bepleitte de Kamer woensdag ook meer maatregelen om zorgleerlingen te begeleiden en om differentiatie binnen leerwegen mogelijk te maken.

Van der Hoeven staat open voor concrete suggesties en voorstellen vanuit het veld. „Als ze knelpunten hebben en suggesties om die op te lossen, laat ze naar mij komen. De bal ligt nu bij de regio’s. Zij moeten plannen maken.”

Op dit moment heeft de minister er geen behoefte aan algemeen geldende maatregelen voor elke school af te kondigen of wijzigingen aan te brengen in het stelsel. „De vorming van het vmbo is net goed op gang gekomen. Dit jaar zullen de eerste leerlingen examen afleggen. Het is te vroeg om met maatregelen te komen”, aldus de bewindsvrouw.