De bewindsman had eerder al aangegeven dat ziekenhuizen voor maximaal 34 procent van de behandelingen met zorgverzekeraars kunnen gaan onderhandelen over de prijs. Nu is dat nog ruim 20 procent.Maar Klink wilde de knoop pas echt doorhakken als zou blijken dat de vrije prijsvorming die nu al bestaat niet leidt tot een grote prijsstijging en een sterke groei van de zorgverlening. Uit een rapport van de Nederlandse Zorgautoriteit blijkt nu dat dit niet het geval is.

Aanvankelijk was het de bedoeling de vrije prijsvorming volgend jaar uit te breiden tot 50 procent van de ziekenhuiszorg. Klink wilde dan wel minimum- en maximumtarieven vaststellen waarbinnen ziekenhuizen hun prijzen zouden kunnen variëren, de zogeheten maatstafconcurrentie. Met die maatregel wilde de minister voorkomen dat behandelingen waarvoor geen vaste tarieven meer bestaan, ineens flink duurder zouden worden.

Ziekenhuizen en zorgverzekeraars vonden die plannen van Klink niet ver genoeg gaan. Ze verzetten zich tegen de maatstafconcurrentie en bepleitten vrije prijzen voor 70 procent van de zorg. Volgens hen zou dat de concurrentie ten goede komen.

Klink heeft nu besloten in principe af te zien van prijsplafonds. Hij voert de maatstafconcurrentie pas in als de vrije prijzen voor ziekenhuiszorg volgend jaar uit de hand lopen.

De Tweede Kamer had de minister gevraagd pas na de vakantie een besluit te nemen over meer vrije prijsvorming in de ziekenhuiszorg, maar dat is volgens de minister te laat om de nieuwe regels in 2009 te laten ingaan.