Oppassen voor wespensteken bij Woerden
”Geen ruiterpaden en wel grote golfbanen?” De hartenkreet, neergekalkt met rode letters op een protestbord op een schuurdeur bij Vleuten, perst in één zin een nijpend probleem in deze regio samen: Hoeveel natuur moet wijken voor bebouwing en recreatie?
Strooien met het predicaat ”koninklijk” is nergens goed voor. Toch heeft de start van de etappe in Woerden onmiskenbaar vorstelijke grandeur. Een smal, geasfalteerd jaagpad kronkelt langs de Oude Rijn. Eendenkroos, houten bruggetjes, koeterende meerkoetjes, grazende paarden, dobberende boten aan de waterkant. De scheepjes dragen klinkende namen: Golden Moment, Michiel de Ruyter.Vertrouwde beelden zijn het voor Wil Vonk. De RD-lezeres klopt een kleed uit achter de aan het water grenzende woning van haar hulpbehoevende oom. Zelf woont ze in Woerden, ook langs het water van de Oude Rijn. De schippersdochter is er blij mee. „We hebben een boot met buitenboordmotor. Soms gaan we een eindje varen. Kinderen kunnen er vissen of de eenden voeren.”
Woerdenaar Pieter Cleton (72) heeft zijn hengel uitgeworpen. Met de vangst wil het niet erg vlotten. „Een paar kleine voorntjes.” Cleton wil nog wel even wat kwijt. Hij wijst het pad af. „Daar ergens zit een wespennest. Pas daar voor op.” Onlangs liep hij er met zijn vrouw. Wilden ze frambozen plukken. Begon de heg te trillen. Kwamen die beestjes in actie. Werd z’n vrouw aangevallen. Moest ze aan de prednison. „Zo’n wang”, vertelt Cleton, terwijl hij met zijn handen de vorm van een tennisbal nabootst.
Minder sprankelend wordt de route vanaf Harmelen. De tocht voert langs drukke autowegen. In de verte doorsnijdt een geelblauwe intercity het groene land met z’n boerenhoeves en knotwilgen. Boerenbedrijven prijzen hun waren aan. ”Ze is er weer: boerengraskaas”. De overbuurman verkoopt kersen en aardbeien.
Hoe vol wordt het boerenland rond dorpen als Haarzuilens en Vleuten? Het is een vraag die Dirk van Kleinwee uit Haarzuilens best bezighoudt. In zijn moestuintje is hij bezig met zijn preiplantjes. „Er worden tienduizenden huizen bijgebouwd.” Hij maakt een weids armgebaar. „Voorheen waren hier veel meer tuinders en boeren.”
Dat boerenland plaats moet maken voor woningbouw, weet ook Herman Verheul maar al te goed. Bij Vleuten wijst hij op een lap grond achter een hek, waar nu nog wat paarden rondscharrelen. „Hier komen 750 woningen.”
Tot een paar jaar geleden was Verheul nog veehouder. De autoriteiten boden een flinke som geld voor zijn grond, maar hij was liever nog even doorgegaan. Wordt er niet te veel boerengrond opgeofferd voor woningbouw, vraagt hij zich in gemoede af. „Wanneer is het nu eens genoeg?”
Lopend langs een drukke autoweg voert de wandelroute naar Maarssen. Een 80 meter lange verkeersdeelnemer kruist het pad. Het is de Polaris. Op het water onder de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal.
Redacteuren lopen in elf etappes de Koninklijke Weg van Den Haag naar Apeldoorn. Vandaag de vierde etappe: van Woerden naar Maarssen.
Kasteel de Haar
Kasteel de Haar bij Haarzuilens is een van de grootste kastelen van Nederland. Momenteel staat het bouwwerk in de steigers. Er is een grootscheepse restauratie aan de gang, die rond 2010 moet zijn voltooid.
Vermaard zijn de tuinen rond het kasteel. Het terrein is het decor van tal van activiteiten. Tijdens de wandeling was de tuinbeurs Fleurig aan de gang. Het interieur van het kasteel is voorzien van houtsnijwerk dat overeenkomsten heeft met het interieur van een rooms-katholieke kerk.
De oudste vermelding van het kasteel dateert uit 1391. In 1890 bouwde baron Etienne van Zuylen van Nijevelt van de Haar de kasteelruïnes van het in verval geraakte bouwwerk op. Nu is het kasteel eigendom van Stichting Kasteel de Haar.