Haarlem 21 dagen in het teken van het orgel
Hét Internationaal Orgel Improvisatieconcours. Dé Zomeracademie voor Organisten. Tijdens het Internationaal Orgelfestival staat Haarlem 21 dagen lang bol van de orgelactiviteiten. Met als centrum: het Müllerorgel in de Bavokerk. En met als primeur: de eerste Haarlemse Orgeldag.
Haarlem is een begrip. Sinds de oprichting in 1951 is het Internationaal Orgelfestival Haarlem niet meer weg te denken uit de orgelwereld. Was het festival aanvankelijk een podium voor moderne improvisatie, sinds het evenement is uitgebreid met de Zomeracademie, is Haarlem een ontmoetingsplaats geworden voor een keur aan orgeldocenten en -studenten van over de hele wereld. Ook dit jaar meldden ruim tachtig mensen van verschillende nationaliteiten zich aan. „Haarlem leeft”, aldus de voorzitter van de stichting.Haarlem leeft niet alleen, het vernieuwt ook. Voor de tweede keer heeft de firma Klankwerk -waarachter de musici Christa Hijink en Peter Ouwerkerk schuilgaan- de organisatie in handen. En dat levert dit jaar een aantal nieuwe elementen op.
Nieuw is bijvoorbeeld de opzet van het openingsconcert, op zaterdagavond 12 juli in de Bavo. Niet een orgelwerk maar een vocale compositie staat op het programma. Speciaal met het oog op het festival kreeg componist Wijnand van Klaveren de opdracht een orgelbewerking te maken van ”Ein deutsches Requiem” van Johannes Brahms.
Terwijl het Brabant Koor, André Morsch (bariton) en Hanneke de Wit (sopraan) onder leiding van dirigent Klaas Stok de zangpartijen voor hun rekenen nemen, moet organist Leo van Doeselaar ervoor zorgen dat het Müllerorgel zich een waardige vervanger toont van een orkest. Een heidense klus, die Van Doeselaar echter meesterlijk klaart.
Waarom een vocale compositie aan het begin van een orgelfestival? Hijink: „We willen een breed publiek bereiken met een stuk dat velen aanspreekt. Daarbij streven we ernaar dat niet alleen het orgel centraal staat.”
Kinderen
Nieuw is dit jaar ook de Haarlemse Orgeldag, aan het begin van het festival. Op tien locaties staan de deuren open. Doorlopend presenteren organisten als Bernard Bartelink, Peter Ouwerkerk, Anton Pauw en Gerrie Meijers de orgels die Haarlem rijk is.
Kinderen kunnen zich vervoegen bij Jos van der Kooy of Bernard Winsemius. De eerste verzorgt een orgelspeurtocht naar de speeltafel van het Müllerorgel in de St.-Bavo. Winsemius beklimt met de jeugd de toren van de St.-Bavo om het carillon te laten zien en horen. Zo’n vijftig kinderen maken op deze manier kennis met de instrumenten van de beroemde kerk.
De eerste Haarlemse Orgeldag is een groot succes geworden, zegt Hijink later. „We wilden laten zien dat Haarlem nog veel meer moois te bieden heeft dan alleen het orgel in de Bavo. Het moest een grote publieksmanifestatie worden. En dat is gelukt. We hebben ruim 2500 bezoekers geteld. Niet alleen kwamen orgelliefhebbers naar de Spaarnestad, ook de inwoners van Haarlem wilden wel eens zien wat hun stad te bieden heeft.”
Jazzpianist
Zelfs het aloude improvisatieconcours -vorige week dinsdag tot donderdag- bevat dit jaar nieuwe elementen. Nadat de tien deelnemers de eerste ronde in de St.-Bavo hebben gespeeld, moeten de zeven die overblijven -Frank Krumbolz (Duitsland) en de Nederlanders Wilbert Berendsen en Dennis Vallenduuk vallen af- de dag erop hun kunnen tonen op het Cavaillé-Collorgel in de Haarlemse Philharmonie.
Nieuw is ook dat jazzpianist Bert van den Brink deel uitmaakt van de jury, die verder bestaat uit Thierry Escaich (Frankrijk), Peter Planyavsky (Oostenrijk), Ansgar Wallenhorst (Duitsland), Jan Welmers en Stephen Taylor (voorzitter). Ook is het voor het eerst dat het publiek mag weten wie er aan de beurt is om te spelen.
Moet het zevental in de Philharmonie improviseren op een gregoriaans thema, de vier finalisten -Jukka Aro (Finland) en de Nederlanders Wout Bosschaart en Jacob Lekkerkerker vallen af- mogen in de Bavokerk laten horen of ze met het thema van componiste Ig Henneman uit de voeten kunnen.
Het is een internationaal gezelschap dat is overgebleven: Gerben Mourik (Nederland), David Franke (Duitsland), David Cowen (Engeland) en Jean-Baptiste Dupont (Frankrijk).
De Müller krijgt het soms zwaar te verduren. Het grillige, atonale thema lokt sommigen uit tot grillig spel, muzikaal geweld en imposante clusters. Vooral de Engelsman kan er wat van. Het meest conventioneel speelt de Duitser. In de wandelgangen roemt menigeen zijn spel en de klankkleuren die hij tentoonspreidt. Hij krijgt dan ook de prijs die het publiek -ook voor het eerst- mag toekennen.
De jury heeft echter anders geluisterd. Zijn leden vinden dat Gerben Mourik de eerste plaats verdient. Deze mag een ets van het Müllerorgel in ontvangst nemen, evenals een geldbedrag van 4500 euro.
Daarmee is een van de hoofdmomenten van het Haarlemse orgelfestival ten einde. Maar het feest zelf houdt nog even aan. Volgende week vrijdagavond 1 augustus sluiten de studenten van de Zomeracademie het spektakel met een concert af.
Meer informatie: www.orgelfestivalhaarlem.nl.