Celstraf geëist wegens verkrachting gehandicapte
Officier van justitie B. van Roessel heeft donderdag vijftien maanden gevangenisstraf, waarvan vijf voorwaardelijk, geëist tegen de 36–jarige K.H., wegens het verkrachten van een geestelijk en lichamelijk gehandicapte vrouw. H. werkte als uitzendkracht in de woonvoorziening De IJlanden in Nieuw–Sloten in Amsterdam, waar het 27–jarige slachtoffer verbleef.
De feiten deden zich voor op 12 maart 2006. H. trad die dag voor het eerst aan in de woonvoorziening. Hij betoonde donderdag voor de rechtbank zijn spijt voor zijn handelen, maar betoogde ook dat het initiatief voor de seksuele praktijken bij de patiënte lag.H. heeft geen geweld of bedreiging met geweld gebruikt, aldus officier Van Roessel, maar er is wel sprake geweest van dwang. Zij bestreed de lezing van H. over de vraag of hij kon weten dat het slachtoffer verstandelijk gehandicapt was. Haar lichamelijke invaliditeit was evident: de vrouw zat in een rolstoel. Volgens Van Roessel functioneerde de vrouw verstandelijk op het niveau van een 8–jarig en emotioneel op dat van een 4–jarig kind. Zij benadrukte dat H. had moeten en kunnen weten dat De IJlanden ook onderdak biedt aan geestelijk gehandicapten.
De rechtbank bekeek op verzoek van de officier videobeelden van een politieverhoor van het slachtoffer in een speciale studio. Daaruit bleek volgens de aanklaagster onomwonden dat de vrouw niet over volwassen verstandelijke vermogens beschikte.
H., afkomstig uit Afghanistan, weet zijn gebrek aan kennis over de geestelijke conditie van de aan zijn zorg toevertrouwde patiënte onder meer aan zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal. Hij denkt dat het slachtoffer vooral teleurgesteld is in het feit dat hij geen verhouding met haar wilde. Van verkrachting is volgens hem geen sprake geweest.
Volgens zijn advocaat M. van Vuuren is er onvoldoende eenduidig bewijs om tot een veroordeling wegens verkrachting te komen. Alleen voor het feit dat H. seksuele handelingen heeft gepleegd met een patiënte terwijl hij in functie was, kan de man gestraft worden, meent de raadsman, want dat heeft zijn cliënt toegegeven.
De rechtbank doet uitspraak op 31 juli.