Kerk & religie

Simsons ezelskaak

In de spaarzamelijk verlichte kamers op de benedenverdieping van een huis in Jeruzalem heeft de Nederlander Will Setz de expositie ”Beit Avraham” ingericht. Bezoekers uit de hele wereld bekijken hier voorwerpen die in de Bijbel worden genoemd en nu nog maar sporadisch te vinden te zijn. Ze krijgen daar antwoorden op vragen als: Hoe bouwden de aartsvaders hun tenten? Hoe roken de kruiden die de vrouwen in de soep gooiden? Hoe zag de ezelskaak eruit waarmee Simson erop los sloeg?

Alfred Muller
17 July 2008 10:30Gewijzigd op 14 November 2020 06:07
Will Setz met een deel van zijn verzameling. Foto’s Alfred Muller
Will Setz met een deel van zijn verzameling. Foto’s Alfred Muller

Will Setz is antropoloog en arriveerde in augustus 1984 in Israël. Toen hij twee dagen in het land was, zag hij op de Machane Yehudamarkt in Jeruzalem een mannetje dat oude voorwerpen verkocht. Als antropoloog besefte hij dat er in de westerse wereld sprake was van een omslag in de materiele cultuur: voorwerpen die eeuwenlang hetzelfde waren gebleven, moesten plaatsmaken voor moderne apparaten en belandden voor een spotprijs op de rommelmarkt.Hij begon met het verzamelen van oude objecten. Eerst richtte hij zich op de materiële cultuur van de Joden in de afgelopen honderd jaar, daarna op die vanaf de tijd van het Oude Testament tot en met het einde van de tweede tempelperiode. Hij verzamelde stenen gebruiksvoorwerpen, pijlen en bogen, messen, glas- en koperwerk en allerlei voorwerpen waarmee gemaald en gedorst werd.

Zien, ruiken en proeven
In 1996 kwamen er mensen die de voorwerpen wilden zien. Setz en zijn vrouw zetten een tent op in een kamer van hun huis, die hij ”Beit Avraham” noemde. Het doel was dat de gasten een beter begrip van de Bijbelverhalen zouden krijgen door te zien en te ruiken. De kennis van de Bijbel gaat volgens hem steeds verder achteruit en als mensen de Bijbel al lezen, lezen ze vaak alleen in het Nieuwe Testament.

„Op deze manier kan ik de Bijbel op niet-offensieve wijze neerzetten. Ik ben geen prediker, maar ik weet wel dat God aan het werk is geweest.”

De objecten hoeven niet heel oud te zijn. Het gaat erom dat ze eeuwenlang onveranderd zijn gebleven. Vaak werden ze tot enkele tientallen jaren geleden nog gebruikt. Sommige voorwerpen zijn zelfs nu nog in gebruik, zoals de sikkel. Het land is namelijk behoorlijk bergachtig en niet elke plek is bereikbaar met landbouwmachines. „Ik bracht laatst een groep toeristen naar Samaria. Daar dorsen ze met een machine, maar de vrouwen maken ook nog gebruik van sikkels. Ze binden de halmen bij elkaar in schoven. De oude cultuur is dus nog te zien. Graan malen doen ze nauwelijks meer. Maalstenen zijn bijna niet meer te krijgen. Maar een paar jaar geleden kon ik ze nog voor een habbekrats kopen.”

Mysterieuze sfeer
De antropoloog zit relaxed tegen een donkerblauwe wanddoek, met achter hem een schap met boeken over het leven in het oude Palestina. De oosterse muziek op de achtergrond draagt bij aan de mysterieuze sfeer. Als hij uitleg geeft, hult hij zich in de traditionele kledij van het Midden-Oosten.

De antropoloog komt wel een beetje ruimte te kort. Hij kan maximaal vijftig gasten herbergen. Hij hoopt op een financiële injectie zodat hij naar een groter gebouw kan.

Hij heeft voor ”Beit Avraham” geen reclame gemaakt. De mensen horen erover van anderen. „Israël is een mooi land om te zien, maar ook heel modern. De mensen zeggen soms: „Ik heb een toer gemaakt, maar ik mis het oude.” Dan komen ze hier, waar ze juist alles uit de Bijbelse tijd zien. We gebruiken hier de kleuren die in de tempel werden gebruikt. Ik heb terrassen nagebouwd, laat zien hoe de landbouwer werkte en ga in op de kleding van die tijd.”

Setz en de mensen die aan het project meewerken -zijn vrouw Yudit en twee andere echtparen- kennen drukke en rustige periodes. Allerlei mensen tonen interesse: Joden en Arabieren, gelovigen en ongelovigen, zowel uit Israël als uit andere landen. De christenen variëren van strengorthodoxe protestanten tot en met schaars geklede evangelicalen. „Een groep ultraorthodoxe Joden uit Bnei Brak zei: „We hebben het zo druk dat we maar een kwartier kunnen blijven.” Toen ze na tweeënhalf uur weggingen, hoorde ik ze zeggen: Hoe kan het dat een goi (niet-Jood) ons zo helder onze eigen geschiedenis kan vertellen?”

De antropoloog en zijn partners hopen al jarenlang een reizende ”Beit Avraham” te kunnen oprichten. Dat moet een tentoonstelling worden die in andere landen tijdelijk kan worden opgezet. „We krijgen vaak uitnodigingen uit het buitenland. Vorige week spraken we iemand die vroeg of we in de dagen voor Kerst in Ierland ”de weg naar Bethlehem” willen uitbeelden. Daarvoor moeten we nu een tent maken zoals die er vroeger uitzag.”


Tijd in de Bijbel
Wat de antropoloog Will Setz bij de bestudering van de materiële cultuur uit de Bijbel is opgevallen, is dat het begrip ”tijd” vroeger totaal anders werd opgevat als tegenwoordig. We leven nu in tijd waarin de mensen haast hebben. De Israëlieten konden zich geen ongeduld veroorloven. „Abraham zit bij de tent en er arriveren drie gasten. Ze wassen hun voeten. Hij geeft Sara opdracht eten te maken. Ze gebruikt drie maten fijn meel. We hebben hier in ”Beit Avraham” honderden, misschien wel duizenden keren brood gebakken. De mensen zijn daar anderhalf uur mee bezig. Als Sara dus brood maakt, is ze uren bezig voordat de gasten kunnen eten.”

De vorm van een beest is niet duidelijk te onderscheiden in de wijnzak die Setz met beide handen oppakt. De wijnzakken waren kostbaar, want de mensen moesten er een dier voor doodmaken. Hij wiegt de lederen zak heen en weer. „Deze nieuwe zak werd gedurende twee uren geschud. De mensen maakten er allerlei melkproducten mee, zoals boter, kaas of yoghurt. Een ander type wijnzak hing aan de muur. Die gebruikten ze om water, olie of wijn in te bewaren.”

De nieuwe zak voelt zacht aan en is roze van kleur. De oude daarentegen is zwart en hard. „In de Bijbel lezen we ook over gerookte zakken. Dat komt omdat de zakken in huis aan de muur hingen. Daar werd ook vuur gestookt, zodat ze zwart en droog werden. Als mensen een oude wijnzak goed behandelden, konden ze hem nog gebruiken. Ze konden er wellicht nog water in doen. Maar als er vloeistof in zat die ging gisten, knapte hij. Zo zijn er ook mensen die de rek niet meer hebben voor nieuwe dingen.”


Een klap met de ezelskaak
Will Setz richt een spot op een ezelskaak en een zwaard die in de geitenharen ’tent van Abraham’ naast elkaar op de grond liggen. „De ezel nam vroeger een bijzondere plaats in. Hij staat namelijk dicht bij de mens. Het is een verschrikkelijk trouw dier, goedkoop in onderhoud en aanschaf. Ezels konden de berijder plus een extra last dragen. We zien dat soldaten paarden hadden en dat de aartsvaders hun bezittingen lieten dragen door kamelen. Maar de gezagsdragers, de rechters en de koningen reden vaak op een ezel. Jezus deed dat ook.”

Simson gebruikte de ezel voor iets anders. „Hij zat achter de vrouwen aan en ging naar de Filistijnen in Gaza en Asjkelon. De Filistijnen waren een machtig volk, dat ijzer bezat. De Israëlieten moesten hun messen, ploegen en ploegscharen laten slijpen bij de Filistijnen. Zij hadden de langste zwaarden en dolken en ze wisten van bepantsering. Simson treedt hun tegemoet met een ezelskaak. Hij overwint daar een sterk leger mee.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer