Vreugde in Libanon; verdriet in Israël
De Libanese moslimbeweging Hezbollah heeft woensdag de ruil van gevangenen met Israël als overwinning gevierd. De vijf vrijgelaten strijders werden in Libanon door een grote menigte als helden verwelkomd.
In Israël daarentegen, dat twee gesneuvelde militairen terugkreeg, spraken inwoners over een zwarte dag. Veel Israëliërs bestempelden de ruil als een te hoge prijs en als tegemoetkoming aan de Hezbollah. Na de overdracht houdt Israël geen strijders van de radicale sjiitische beweging meer vast. Israël gaf ook de lichamen vrij van 199 Palestijnse en Libanese strijders die de afgelopen jaren bij gevechten in het noorden van Israël waren gedood.Het akkoord tussen de twee aartsvijanden was tot stand gekomen door bemiddeling van Duitsland. Al sinds zijn stichting wil de Joodse staat ’kost wat kost’ alle buiten Israël gesneuvelde en gevangen Israëlische soldaten weer thuis krijgen.
Met de jongste uitwisseling kreeg Israël definitief duidelijkheid over het lot van de militairen Eldad Regev en Ehud Goldwasser. Zij waren in juli 2006 net over de grens met Libanon door Hezbollah gevangengenomen.
De actie leidde tot een 34 dagen durende oorlog. Israël bombardeerde onder meer Hezbollah–bolwerken in de Libanese hoofdstad Beiroet. Meer dan 1100 Libanezen kwamen om, voornamelijk burgers. Aan Israëlische kant vielen 160 doden, bijna allemaal militairen.
Regev en Goldwasser worden donderdag met militaire eer begraven. Het leger heeft beide militairen postuum bevorderd.
Leden van de Hezbollah hadden aan een grenspost de twee lijken in eenvoudige zwarte kisten afgeleverd bij medewerkers van het Rode Kruis. Na identificatie van de twee militairen liet de Israëlische regering vijf moslimstrijders gaan, onder wie de als topterrorist bestempelde Samir Qantar. Hij was de langst gedetineerde Arabier in een Israëlische gevangenis. Qantar stond al jaren hoog op het lijstje van Hezbollah om vrij te krijgen.
De militante activist was veroordeeld tot levenslang. Hij pleegde in 1979 als tiener een aanslag in het Noord–Israëlische Nahariya, waarbij drie doden vielen. De Israëlische militair Goldwasser was enkele jaren voor de moordpartij in deze plaats geboren.
Libanon had woensdag tot een nationale feestdag uitgeroepen om de gevangenenruil luister bij te zetten. Na een heldenontvangst door Hezbollah, stond voor Qantar en de andere vier Beiroet op het programma om daar door president Michel Suleiman en premier Fouad Siniora te worden ontvangen.
Israël en Hezbollah hebben eerder al zeker vier keer gevangenen uitgewisseld. Op 1 juni was de vorige ruil. Toen overhandigde de door Syrië en Iran gesteunde beweging de stoffelijke resten van vijf Israëlische militairen die in de oorlog van 2006 waren gesneuveld. Israël liet een Libanees gaan die was veroordeeld wegens spionage voor Hezbollah.