„Van Lamain heb ik heel bar veel preken”
„In het oude Elim had ik veel schik; daar kon ik precies zien wie er binnenkwamen. In de nieuwbouw niet meer. Dit is veel saaier.” Even later rijdt H. Jansen in zijn rolstoel door de gangen. „Zo kom ik heel Elim nog door.”
Het typeert de 92-jarige bewoner van het Barneveldse verzorgingscentrum. „Ik heb gelukkig nog voor veel dingen belangstelling. ’k Ben nog aardig gezond. Alleen de kleine hersens zijn weg, daardoor loop ik slecht. Maar ik kan me nog goed redden. Aan- en uitkleden doe ik ook zelf.” Namen, data, bedragen, leeftijden, het rolt moeiteloos uit zijn mond.Hendrikus van Jan Evert van Hendrik van Jan van Hendrik, is hij volgens de stamboom die hij heeft klaargelegd. „Ergens zal Janszoon een keer in Jansen veranderd zijn. Misschien in de tijd van Napoleon, toen iedereen een achternaam moest hebben. De mensen dachten dat dat tijdelijk zou zijn, anders hadden ze zichzelf geen Naaktgeboren genoemd.”
De naam Jansen komt in de regio Barneveld meer voor. „Mijn vader noemden ze daarom Jan Kwint, want onze boerderij heette De Kwint.” De hoeve stond aan de Hessenweg onder Lunteren. Na de Slag om Arnhem kwam daar een familie uit Renkum als evacué. Ze brachten hun dienstmeisje mee. Zij werd Jansens vrouw. „Annie was rooms, maar is met mij meegegaan. Ze heeft bij ds. Fraanje belijdenis geleerd.”
Jansen behoort tot de gereformeerde gemeente in Nederland. „’s Zondags luister ik hier eerst een halfuur naar ds. Hogchem. Na het gebed schakel ik over, want dan begint de dienst van ds. Roos. ’s Middags lees ik wel vijf uur achter elkaar. ’k Heb net een dik boek van Abraham van der Velde uit, ”De wonderen des Allerhoogsten”. Van Lamain heb ik heel bar veel preken; daar ben ik net weer mee aan de gang. ’s Avonds luister ik weer naar ds. Roos. En als die klaar is, draai ik de knop naar Kootwijkerbroek, dan heb ik ds. Beens nog een halfuur.”
Lezen leerde hij van zijn moeder, rekenen ook. „Ik ben nooit naar school geweest, want mijn ouders waren tegen de pokkeninenting. De schoolopzichters kwamen me controleren en zeiden dat ik ruim voldoende geleerd had. Maar zelf had ik er last van: geen geschiedenis geleerd, geen psalmen. Mijn zus ging later wel naar school; die kon heel Psalm 119 achter elkaar opzeggen. M’n eigen drie kinderen konden ook goed leren.”
Toen Jansen 56 was, verhuisde hij naar Barneveld. Hij bleef boer. „Akkerbouw en veeteelt. Acht of negen melkkoeien, een paar honderd varkens, 1500 kippen, 90 kalveren. Later heeft de gemeente de grond gekocht en zijn er grote huizen gebouwd. Ik had nog een paar duizend meter grond over en verder ging ik bij anderen in tuinen werken. Tot m’n 83e heb ik doorgewerkt.”
Het ritme van vroeger zit er nog in: „Om vijf uur ben ik wakker, om zes uur ga ik maar eens naar buiten kijken.”
In Elim is hij lang de oudste bewoner niet. „De oudste is 103. Pas hadden we een uitstapje, met 158 rolstoelen. Naar het gemeentehuis, naar een tuincentrum en ook naar de nieuwe kerk van ds. Roos. Dat is de grootste van Europa, zeggen ze.”
Dit is het eerste deel in een serie van portretten van Nederlanders die Jansen heten.