Dat was de boodschap van Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm donderdag tijdens de kwartaalrapportage van de ISAF–missie in Uruzgan, die deze zomer op de helft is van haar vierjarige termijn. De commandant zei dat de troepen veel inzicht hebben gekregen in de tribale en sociale dynamiek. Juist in Uruzgan maken lokale stammen elkaar soms langdurig het leven zuur.De ISAF–troepen proberen dit met projecten te doorbreken. Zo hebben zij hulp geboden aan twee families die al dertig jaar een vete uitvochten waardoor ongeveer honderd mensen het leven lieten. De Nederlanders lieten de twee families samen een schooltje bouwen waar hun kinderen nu samen op zitten.

Van Uhm kwam met meer verbeteringen die na twee jaar ’Nederland in Uruzgan’ zichtbaar zijn. Provinciehoofdstad Tarin Kowt loopt voorop, met een inwonertal dat tijdens de eerste helft van de missie van 60.000 naar 80.000 is gestegen. Waar een nachtelijke foto van de stad in 2006 een volledig zwarte vlakte zou laten zien, zijn nu overal stadslichten te bespeuren. Het licht zorgt voor meer veiligheid en bedrijvigheid.

De hoogste legercommandant is ook zeer te spreken over de ondernemersgeest van de Afghanen. De economische groei in heel Afghanistan is fors. Het bruto nationaal product (BNP) stijgt met 13 procent per jaar. Maar zelfs als dat elk jaar gebeurt, duurt het nog vijftien jaar voordat Afghanistan het ontwikkelingsniveau bereikt van Bangladesh, een van de armste landen ter wereld.

Uruzgan is binnen Afghanistan een van de armste provincies, waar samen met de bevolking nog veel te doen valt. „Vroeger bekommerde niemand zich om Uruzgan", aldus Van Uhm.