Afghaanse generaals definitief veroordeeld
De Hoge Raad heeft dinsdag de veroordeling in Nederland van het voormalig hoofd van de Afghaanse staatsveiligheidsdienst, Hesamuddin H. bevestigd. Het gerechtshof in Den Haag legde hem op 29 januari vorig jaar twaalf jaar cel op voor oorlogsmisdaden die hij tijdens de Afghaanse burgeroorlog (1979-1992) heeft gepleegd.
Ook de negen jaar gevangenisstraf van zijn handlanger Habibullah J. blijft gehandhaafd, zo besloot de Hoge Raad. De advocaten van H. en J. hadden betoogd dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om de twee voor oorlogsmisdaden in Afghanistan te berechten. Volgens het hoogste rechtscollege van Nederland is dat wel het geval.Het tweetal was vanaf eind jaren zeventig tot begin jaren negentig actief voor de militaire inlichtingendienst Khad-e-Nezami. Ze hebben destijds tegenstanders van het toenmalige communistische regime in Afghanistan op zeer gruwelijke wijze laten martelen. H. was vanaf eind 1985 tot eind 1990 het hoofd van de militaire inlichtingendienst en onderminister van het ministerie van staatsveiligheid.
Hun slachtoffers werden lichamelijk zwaar toegetakeld. Uit verschillende getuigenverklaringen bleek dat ze stroomstoten kregen. Ook werden gevangenen met tangen bewerkt en moesten ze toekijken hoe vrouwelijke familieleden voor hun ogen werden verkracht. De martelpraktijken vormden toen volgens de rechters „een vast patroon van handelen binnen de militaire inlichtingendienst".
J. en H. vroegen jaren geleden asiel in Nederland aan. Vervolgens heeft het OM ze vervolgd, omdat zij bleken te worden verdacht van oorlogsmisdaden in hun eigen land.
Het is een van de taken van de nationale recherche om plegers van internationale misdrijven zoals oorlogsmisdaden, volkerenmoord en foltering op te sporen en te berechten. Hiermee wil Nederland een signaal afgeven dat ons land geen toevluchtsoord is voor folteraars en oorlogsmisdadigers. De Hoge Raad heeft dinsdag duidelijk gesteld dat dit geoorloofd is.