Volgens de rechtbank worden „in een vrij en democratisch land de basis en het functioneren van de samenleving niet in gevaar gebracht door extremistische of exclusieve opvattingen, omdat degene die discrimineert zich buiten de samenleving plaatst.”De Hongaarse president Laszlo Solyom had de rechters om uitspraak gevraagd. Hij weigerde dit jaar de door socialistische parlementariërs gesteunde voorstellen te tekenen omdat deze „tegen de grondwet” zouden zijn. Door de wetswijzigingen zou iemand die haatdragende uitspraken doet jegens een etnische of religieuze groep maximaal twee jaar gevangenisstraf kunnen krijgen.

De Federatie van Hongaarse Joodse Gemeenschappen zegt „diep verontwaardigd” te zijn over de uitspraak en de houding van president Solyom. Uit protest boycotte de federatie al een door Solyom belegde bijeenkomst voor religieuze groepen.

Vorige week nog uitte de Israëlische opperrabbijn Yona Metzger zijn bezorgdheid over het groeiende antisemitisme in Hongarije, waar hij een centrum en synagoge opende om de kennis van het jodendom te stimuleren.

Het constitutioneel gerechtshof vindt wel dat door kerken gerunde scholen evenveel subsidie moeten krijgen als overheidsinstellingen. Daarbij verwijst de rechtbank naar een verdrag met het Vaticaan van 1997, waarin daarover afspraken worden gemaakt.

De Hongaarse Gereformeerde Kerk had met gerechtelijke stappen gedreigd na een omstreden rapport van de Hongaarse rekenkamer. Daarin staat dat de regering alleen al in 2005 en 2006 minstens 2,7 miljard forint (11 miljoen euro) te weinig verplichte subsidie betaalde aan de scholen. Het Hongaarse ministerie van Onderwijs wil nu de komende weken gesprekken voeren met de kerkleiders om tot een oplossing te komen.