Iran herdenkt crash door VS neergehaald toestel
In Iran zijn woensdag de 290 slachtoffers herdacht die vielen toen twintig jaar geleden een Iraans passagiersvliegtuig door een Amerikaans marineschip boven de Perzische Golf werd neergehaald.
Driehonderd familieleden en prominente Iraniërs voeren vanuit de zuidelijke havenstad Bandar Abbas naar de exacte plek waar de Airbus A300 op 3 juli 1988 in zee stortte. Het toestel werd vlak na het opstijgen vanaf de luchthaven van de havenstad door de Amerikaanse oorlogsbodem USS Vincennes uit de lucht geschoten. Washington zegt dat het vliegtuig werd aangezien voor een gevechtstoestel. Teheran spreekt van een doelbewuste aanval.De datum waarop de tragedie twintig jaar geleden plaatshad is in Iran uitgegroeid tot een dag van anti–Amerikaanse protesten. Terwijl helikopters bloemen uitstrooiden boven de plek des onheils, riepen deelnemers aan de herdenking ‘We veroordelen de Amerikaanse staatsterreur’, terwijl de band het Iraanse volkslied en het lied ’Dood aan Amerika’ speelde.
‘Hoe kan een technologisch geavanceerd oorlogsschip als de Vincennes een passagiersvliegtuig hebben aangezien voor een straaljager, die maar een derde van het formaat is?’, vraagt Mehdi Amini–Joz, die zijn vader verloor, zich af.
Iran wil dat de commandant van het schip, William Rogers III, voor het incident terechtstaat. In plaats daarvan werd Rogers in 1990 door de toenmalige president George Bush beloond met een militaire onderscheiding voor zijn tijd als bevelhebber. Iran zegt dat de Verenigde Staten in 1996 in een schikking 130 miljoen dollar betaalden. Dat geld zou tevens compensatie zijn voor de nabestaanden van de slachtoffers.