Het bureau voor drugs- en misdaadbestrijding van de Verenigde Naties (ODCCP) zegt dat in een rapport dat vrijdag is gepubliceerd. De papavertelers hebben gebruikgemaakt van het machtsvacuüm tijdens de verdrijving van het Taliban-regime.

De opiumproductie van dit jaar wordt geschat op 3400 ton, tegen 185 ton in het jaar ervoor, toen de productie sterk aan banden werd gelegd door de Taliban. De oogst is bijzonder groot vanwege goede weersomstandigheden en een uitbreiding van de teelt naar vruchtbare gebieden in het zuiden en oosten van Afghanistan.

Ook de nieuwe Afghaanse regering voert beleid om het verbod op de productie te handhaven, maar zij moet een inhaalslag maken. De nieuwe oogst werd ingezaaid in de herfst van 2001, toen de door de Verenigde Staten geleide oorlog tegen de Taliban en al-Qaida gaande was. Volgens de VN reflecteren de nieuwe cijfers niet het falen van de Afghaanse of de internationale autoriteiten.

Uit het VN-onderzoek blijkt dat in 24 van de 32 Afghaanse provincies papaver wordt verbouwd. Het grootste deel van de productie, 95 procent, is echter geconcentreerd in vijf provincies: Badakhshan, Nangarhar, Uruzgan, Helmand en Kandahar.

Afghanistan werd in de jaren ’90 de grootste producent van opium, waar heroïne van wordt gemaakt. In de loop van dat decennium groeide het aandeel in de wereldproductie tot 70 procent.

In april dit jaar begon de regering een nieuwe campagne om een eind te maken aan de pavaperteelt. De regering biedt boeren een vergoeding per vernietigde hoeveelheid papaver.

Het VN-bureau doet een beroep op de internationale gemeenschap om de Afghanen te helpen bij de bestrijding van de illegale teelt en drugshandel. Vooral Europese landen, die de bestemming zijn van de meeste heroïne uit Afghanistan, zouden zich daarvoor moeten inzetten.