Israël betaalt hoge prijs bij gevangenenruil
De familieleden van de vermiste Israëlische soldaten Ehud Goldwasser en Eldad Regev voelen zich opgelucht. Tijdens een zes uur lange vergadering besloot het Israëlische kabinet zondag akkoord te gaan met een plan waarbij de twee reservisten naar Israël zullen worden gebracht in ruil voor Libanese gevangenen.
Het belangrijkste moment komt echter nog voor de families. Dat is het moment waarop ze zekerheid zullen hebben over de vraag of de twee nog leven of dat ze dood zijn.Premier Ehud Olmert zei zondag dat, voor zover bekend is, de vermisten niet meer leven. Ze zouden tijdens de kidnapping of kort daarna zijn bezweken. Enkele dagen geleden werd al bekend dat de leggerrabbijn brigadier-generaal Avihai Ronsky onderzoekt of hij de status van Regev en Goldwasser kan veranderen van ”vermist” in ”gedood in actie”.
Hezbollah ontvoerde Regev en Goldwasser op 12 juli 2006 aan de Israëlische zijde van de grens met Libanon. De operatie vormde het startschot voor de tweede Libanonoorlog.
Voor de families Goldwasser en Regev kwam er met de kabinetsbeslissing een einde aan een twee jaar lange strijd. Ze wilden voorkomen dat hun land steeds minder aandacht zou geven aan de twee, zoals met andere vermiste soldaten is gebeurd. Israël startte het overleg met Hezbollah via de VN-bemiddelaar Gerhard Konrad.
Het was voor de Israëlische regering geen gemakkelijke beslissing. De ruil is namelijk disproportioneel: Israël betaalt een hogere prijs dan Hezbollah. Het hoofd van de Israëlische veiligheidsdienst, Yuval Diskin, het hoofd van de Mossad, Meir Dagan, en deskundigen van het Instituut voor terreurbestrijding in Herzliya zijn tegen de deal omdat ze geloven dat deze nieuwe ontvoeringen zal uitlokken.
Minister Ronnie Bar-On (Financiën), een van de drie kabinetsleden die tegen het plan stemden, waarschuwde dat de prijs die Israël moet betalen voor Gilad Shalit zal stijgen. Shalit werd op 25 juni 2006 bij Keren Shalom aan de Israëlische zijde van de grens langs de Gazastrook ontvoerd. Hamas houdt hem gevangen.
Daar staat tegenover dat soldaten moeten kunnen weten dat hun land alles zal doen om hen vrij te krijgen als ze worden gekidnapt of krijgsgevangen genomen. Ook is de prijs die Israël betaalt nu kleiner dan de prijs die Hezbollah oorspronkelijk vroeg.
Disproportionele uitwisselingen zijn in Israël ook niet ongewoon. In mei 1985 stelde Israël 1150 Palestijnen op vrije voeten in ruil voor drie Israëlische krijgsgevangenen. In januari 2004 ruilde Israël met Hezbollah 436 gevangenen voor de zakenman Elhanan Tannenbaum en de stoffelijke resten van drie gedode Israëlische militairen. De bedoeling was destijds dat bij een volgende fase de Libanese terrorist Samir Kuntar vrijgelaten zou worden in ruil voor informatie over de luchtmachtnavigator Ron Arad. Nu komt Kuntar dus vrij in ruil voor Goldwasser en Regev.
Arad werd in oktober 1986 neergeschoten boven Libanon. De sjiitische Amalgroep nam hem gevangen en hij zou daarna in handen zijn geweest van verschillende sjiitische groepen. In september 1987 dook nog een brief van hem op. Aanvankelijk werd er over zijn vrijlating onderhandeld, maar sinds 1988 ontbreekt elk spoor.
Bij deze ruil lijken ook andere vermiste soldaten vergeten. Op 11 juni 1982 raakten bij gevechten met Syrische strijdkrachten bij Sultan Yacub vijf soldaten vermist. Twee van hen keerden later bij een gevangenenruil terug, maar de drie anderen -Zacharia Baumel, Yehuda Katz en Zvi Feldman- bleven onvindbaar. Familieleden bleven zeggen dat er aanwijzingen bestonden dat ze in leven waren, maar militaire bronnen achten het waarschijnlijk dat ze zijn omgekomen.