De beschuldigingen gelden met name de activiteiten van sluipschutters, die schoten op burgers van de belegerde stad die noodgedwongen hun schuilkelders hadden verlaten om water te halen of brandhout te sprokkelen. Volgens de aanklagers van het VN-hof zijn er duizenden burgers gedood, niet zelden terwijl zij hun dagelijkse bezigheden verrichtten, zoals het huis schoonmaken, televisiekijken of koffie drinken.

Galic, die twee jaar geleden door NAVO-manschappen werd gearresteerd, zei tijdens een eerdere hoorzitting dat hij „niet op de hoogte was van dergelijke gebeurtenissen.” Hoofdaanklager Mark Ierace concludeerde dat Galic kennelijk „de enige op de wereld” was die niets wist van de activiteiten van sluipschutters in Sarajevo. Ierace wees erop dat er jarenlang geregeld op radio en televisie melding werd gemaakt van de gruwelijkheden die de sluipschutters aanrichtten.

”Sniper alley”
Het Servische leger had stellingen betrokken in de bergen rond de stad en vuurde van daaruit geregeld op Sarajevo. De strijdende partijen, moslims en Serviërs, legden elkaar het vuur zo nauw aan de schenen dat het front op sommige plaatsen door buitenwijken heen liep en geregeld van locatie veranderde.

Honderden voetgangers werden door de sluipschutters doodgeschoten terwijl zij probeerden de straat over te steken die bekend stond als ”sniper alley”. Veel kinderen werden het slachtoffer van granaatexplosies. Bij een granaatexplosie op een markt in Sarajevo vielen eens 66 doden.

Het proces tegen Galic is van speciaal belang omdat het de aanklagers in staat stelt hun zaak voor te bereiden tegen Galic’ superieuren, de voormalige Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic en diens bevelhebber Ratko Mladic. Beide mannen zijn wegens genocide aangeklaagd, maar voortvluchtig. Galic’ plaatsvervanger en opvolger, Dragomir Milosevic, is ook door het tribunaal aangeklaagd. Ook hij is ondergedoken.