Minister: Leerplicht niet vanaf vier jaar
Minister Van der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wil het wetsvoorstel om de leerplicht voor kinderen te verlagen naar hun vierde jaar, intrekken.
In het blad Nieuwe Revu van deze week zegt de bewindsvrouw dat ze de verlaging bij nader inzien „een overdreven maatregel” vindt: „Dus dat doe ik niet.” Als de bewindsvrouw het wetsvoorstel daadwerkelijk intrekt, blijft de regel gehandhaafd dat kinderen vanaf hun vijfde leerplichtig zijn.
De Tweede Kamer is al akkoord gegaan met de verlaging naar vier jaar. CDA, PvdA, VVD en GroenLinks stemden voor. De Eerste Kamer zou binnenkort debatteren over de wet, die in de vorige kabinetsperiode is ingediend door staatssecretaris Adelmund van Onderwijs.
Die was in eerste instantie ook tegen. Ze noemde de verlaging „schieten met een kanon op een mug.” De VVD was aanvankelijk ook tegen, maar toen bleek dat het CDA voor de verlaging was, gingen de liberalen overstag.
Overigens is de VVD-fractie in de Tweede Kamer nu blij met de intrekking. „In de praktijk leidt een leerplicht vanaf het vijfde jaar zelden tot problemen. Verreweg de meeste ouders sturen hun kind al op vierjarige leeftijd naar school”, aldus het kamerlid Rijpstra. Ook de LPF wil niet van een bemoeizuchtige overheid weten op dit punt.
SGP en ChristenUnie zijn tegen de verlaging. Zij vonden en vinden het een te zwaar middel om de leerachterstanden van enkele groepen allochtonen te verkleinen. De ChristenUnie heeft „met positieve verbazing” kennis genomen van de intrekking: „Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.”
CDA en PvdA in de Tweede Kamer zijn niet blij met de intrekking van het wetsvoorstel. Het CDA-kamerlid De Vries wijst erop dat juist ouders van kinderen met een achterstand de neiging hebben hun kinderen thuis te houden. „Allochtone ouders hebben belang bij een lagere leerplichtleeftijd omdat het helpt taalachterstand tegen te gaan”, aldus het PvdA-kamerlid Hamer.