Portugese Joden in Amsterdam hielden slaven
Sommige Portugese Joden in Amsterdam hielden aan het begin van de zeventiende eeuw zwarte slaven. Dat ontdekte onderzoekster L. Hagoort van het Gemeentearchief in de hoofdstad toen zij een oud handboek bestudeerde.
Het boek is verschenen in 1614, bij de oprichting van de Joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel.
Het register van de begraafplaats vermeldt tussen 1616 -toen Beth Haim werd geopend- en 1648 ongeveer vijftien doden die als slaaf of als zwarte of bruine worden omschreven. Het gaat daarbij om zwarte slaven of bedienden die tot het Jodendom waren overgegaan. Zij kregen een aparte plek op de begraafplaats.
Het feit dat het handboek bepalingen over het begraven van zwarte slaven en bedienden bevat, betekent dat het houden van slaven blijkbaar zo normaal was dat regels nodig waren, aldus Hagoort.
Hoewel Nederlanders actief betrokken waren bij de slavenhandel, was het zeer ongebruikelijk om in Nederland slaven te houden. Dat sommige Portugese Joden dat wel deden, had waarschijnlijk te maken met de traditie in Spanje en Portugal, waaruit zij of hun voorouders waren gevlucht.