„Slechts hier en daar een spriet”
Het zuiden is nat, in het noorden snakken de akkerbouwers naar regen.
Het KNMI meldde deze week dat het de laatste twintig jaar in Friesland, Groningen, delen van de Noordoostpolder en Noord-Holland niet zo droog is geweest. Door de droogte groeien de gewassen als aardappelen, uien, bieten en wortelen beduidend minder snel.Er is deze dagen sprake van een ernstig neerslagtekort, aldus een woordvoerder van het KNMI. Het weerinstituut berekent het tekort uit de hoeveelheid neerslag verminderd met de verdamping.
Bij zonnig weer met wind en hoge temperaturen kan er veel vocht verdampen, waardoor het watertekort snel toeneemt. Ook de voorgeschiedenis is van belang: als het ook eerder in het jaar droog was, loopt het tekort op.
De verschillen over het land zijn groot. In het zuiden is deze maand lokaal al meer dan 100 millimeter water gevallen, het noorden komt hier en daar nog niet aan de 20 millimeter.
Volgens de Friese weerman Johan Habekothé is het gemiddelde neerslagtekort in Friesland vanaf 1 april al opgelopen tot 200 millimeter.
In het droge jaar 2003 liep het gemiddeld neerslagtekort in het hele land uiteindelijk op tot 227 millimeter. Het record dateert uit 1976, toen er een tekort was van meer dan 300 millimeter.
De akkerbouw vreest dat de oogst pootaardappelen, het belangrijkste gewas, circa een kwart lager uitvalt. Door de droogte staat de knolvorming bij de piepers volledig stil. Beregenen van slootwater is verboden vanwege bruinrot.
Melkveehouders zijn vooral in spanning vanwege de maisoogst. Hele perceeldelen zijn niet ontkiemd en wat wel boven is gekomen, wil maar niet de hoogte in. Om de oogst te redden worden nu massaal beregeninginstallaties ingehuurd. Dat slurpt geld vanwege de dure diesel waarop de installaties draaien.
Landbouwer Jannes Wiersma uit het Groningse Roodeschool noemt de aanhoudende droogte een ramp. Hij heeft zijn percelen wortelen zes weken geleden gezaaid. „Er komt nog niets boven, slechts hier en daar een spriet. Ook andere gewassen zoals uien en aardappelen lopen zeer ernstig achter in groei.”
Een collega van Wiersma verzamelt water in een container. Het vocht wordt met tankwagens aangevoerd. Vanuit de container probeert hij de landerijen nat te maken.
„We hebben minimaal 20 millimeter water nodig”, meent akkerbouwer Jan Willem Bakker, die een bedrijf van 700 hectare runt in Bierum in het noorden van Groningen. Wie kon beregenen, zag het water snel verdampen onder de hitte en zon van de afgelopen weken. Maar in het noorden kan op veel plaatsen niet beregend worden omdat het grondwater brak is.
Ook op sommige plaatsen in de Noordoostpolder is het uitzonderlijk droog, aldus Ton Leijten, voorzitter van de afdeling Noordoostpolder van LTO-Noord. Hier en daar is sinds april niet meer dan 30 millimeter regen gevallen, terwijl er normaal zo’n 60 millimeter per maand valt.
Hij noemt het opmerkelijk dat er plaatselijk wel voldoende water naar beneden is gekomen. Het kan volgens hem voorkomen dat het land van een boer aan de ene kant natregent, terwijl de andere kant droog blijft.
Er zijn nog geen problemen met de gewassen, maar als er binnen tien dagen in de Noordoostpolder geen regen valt, heeft dat wel gevolgen voor de oogst. En uiteindelijk voor de aardappel- en groenteprijzen.
Volgens het KNMI was de zomer van 2003 uitzonderlijk droog, maar een langere droogteperiode beleefde Nederland voor het laatst in 1995 en 1996. Van de 22 maanden tussen juli 1995 en april 1997 waren er in De Bilt slechts vijf natter dan normaal.
Droog waren vooral augustus en oktober 1995, januari, maart en april 1996 en januari en maart 1997. In de hele periode viel slechts 69 procent van de hoeveelheid die normaal had moeten vallen.