Bosnisch-Servische politiechef voor tribunaal
De Bosnisch-Servische oud-politiechef Stojan Zupljanin heeft zich maandag op de eerste dag van zijn proces voor het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag beroepen op zijn zwijgrecht.
Zupljanin wordt verdacht van verschillende oorlogsmisdaden, begaan in de Bosnische Oorlog van 1992 tot 1995. Hij weigerde echter een pleidooi te houden. Wel zei hij zich tegen de aanklacht te zullen verzetten en later een pleidooi te zullen houden.De 56-jarige Zupljanin staat terecht op verdenking van moord, marteling en het vervolgen van personen op grond van hun ras, religie of politieke voorkeur. Acht jaar geleden werd een arrestatiebevel uitgevaardigd, maar pas op 11 juni werd hij gearresteerd in de Bosnische stad Pancevo. Zaterdag werd hij uitgeleverd aan het tribunaal.
Zupljanin zei maandag dankbaar te zijn dat hij bij de Verenigde Nates in hechtenis zit, omdat Servische politieke leiders volgens hem een aanslag op zijn leven beramen. Verder zei hij te zullen bewijzen dat de aanklacht tegen hem op niets is gebaseerd. Tegen de tijd dat het proces beëindigd is, zullen Bosnische Serviërs, Bosnische moslims en Bosnische Kroaten volgens Zupljanin gezamenlijk een monument voor hem oprichten.
Volgens de aanklacht was Zupljanin een adviseur van de nog voortvluchtige Radovan Karadzic, de politieke leider van de Bosnische Serviërs in de oorlog. Als politiechef zou hij ook leiding gegeven hebben aan gevangenenkampen waar tijdens de oorlog duizenden mensen zijn omgekomen.
Behalve Karadzic heeft het tribunaal Servië om uitlevering van nog twee veronderstelde oorlogsmisdadigers verzocht, de Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic en de Kroatisch-Servische leider Goran Hadzic.