Opkomst Serviërs grote vraag bij verkiezingen Kosovo
In Kosovo zijn zaterdag gemeenteraadsverkiezingen die de basis moeten leggen voor verzoening tussen de etnisch Albanezen en Serviërs in de door oorlog gehavende Zuid-Servische provincie.
Belangrijke vraag is of leden van de Servische minderheid de verkiezingen gaan boycotten. Daarmee zouden ze hun frustratie kunnen uiten over het feit dat de meesten van hen nog steeds wonen in arme enclaves. Hoewel de provincie al drie jaar onder bestuur staat van de Verenigde Naties, zijn de Serviërs bang voor wraakacties van de Albanezen.
De NAVO maakte met een bombardement in 1999 een einde aan de vervolging van de Albanese meerderheid door Slobodan Milosevic en verving zijn regime door een VN-protectoraat. Sindsdien zijn Serviërs herhaaldelijk aangevallen, maar het geweld is het afgelopen jaar wel sterk afgenomen.
Servische gemeenschappen hebben de vorige gemeenteraadsverkiezingen, in oktober 2000, geboycot en deden alleen onder grote westerse druk mee aan de parlementsverkiezingen van de provincie in november vorig jaar.
De VN-gouverneur van Kosovo, de Duitse diplomaat Michael Steiner, vindt dat de Serviërs moeten stemmen om over hun eigen lot te beslissen. Hij heeft hen beloofd enkele bevoegdheden aan de Servische gemeenschappen over te dragen als die zaterdag naar de stembus gaan.
Onbuigzame Servische leiders hebben tot een boycot opgeroepen. Maar ook de gematigden hebben Serviërs geadviseerd alleen te gaan stemmen in gemeenten waar ze kunnen verwachten dat ze de raad overheersen.
Veel Serviërs willen niet stemmen in Kosovo omdat ze nauwe banden met het eigenlijke Servië koesteren en niet bereid zijn de door Albanezen gedomineerde instanties te erkennen. Volgens diplomaten worden de Serviërs in Kosovo steeds radicaler, omdat ze vinden dat te weinig wordt gedaan om hun lot te verbeteren.
Kosovo blijft wettelijk een deel van Joegoslavië, maar de Albanese meerderheid is voor onafhankelijkheid. „Een sterke gemeenteraad is de kern voor een toekomstig onafhankelijk Kosovo”, luidt een verkiezingsslogan van de Albanezen. Het westen heeft hen duidelijk gemaakt dat er geen discussie over de uiteindelijke status van Kosovo kan zijn tenzij ze kunnen bewijzen dat ze op verantwoorde wijze kunnen regeren en de Serviërs in de armen sluiten.
Onder de Albanezen geldt het resultaat van de verkiezingen als een belangrijke tussenbalans van de machtsstrijd tussen de gematigde aanhang van Ibrahim Rugova, de pacifistische leider van de Kosovo-Albanezen, en de voormalige guerrillastrijder Hashim Thaci. Zij leiden de belangrijkste Albanese partijen.
Meer dan 1,3 miljoen mensen kunnen zaterdag hun stem uitbrengen, onder wie ongeveer 180.000 Servische vluchtelingen die elders wonen. Westerse landen zien de verkiezingen als een mogelijkheid de voorwaarden te scheppen voor hun terugkeer naar huis en de vorming van een multi-etnisch Kosovo. „Democratie en tolerantie begint op lokaal niveau”, zei buitenlandcoördinator Javier Solana van de EU in een verklaring. „Deelname maakt dat je stem wordt gehoord.”