Aanzienlijk deel gereformeerde gezindte volgt EK
Vanaf menige kansel wordt gewaarschuwd voor sportverdwazing. Toch volgen vele jongeren en volwassenen uit de gereformeerde gezindte het Europees kampioenschap voetbal, zo blijkt uit onderzoek van deze krant. De enquête laat ook de ergernis en verontrusting zien die in de gereformeerde gezindte bestaat over de Oranjegekte. „Als je God uit de samenleving verbant, krijg je er een nieuwe religie voor in de plaats.”
Voor het oog van miljoenen kijkers voetbalt het Nederlands elftal zaterdagavond in Basel tegen Rusland. De inzet is het bereiken van de halve finale van het EK voetbal, het toernooi dat momenteel gaande is in Oostenrijk en Zwitserland.Nederland is duidelijk in de ban van het voetbal. Straten waar met Koninginnedag amper een vlag hangt, zijn nu oranje getooid. De prestaties van het Nederlands elftal zijn het gesprek van de dag, ook in de gereformeerde gezindte. Toen Nederland vorige week maandag zijn eerste wedstrijd won, kwam er de volgende dag een Oranjegolf de school binnen, zo stelde een directeur van een reformatorische school voor voortgezet onderwijs.
In orthodox-christelijke kring stond men altijd gereserveerd tegenover profvoetbal en dus ook tegenover het gebeuren rond het Nederlands elftal. Hoewel heel wat jongens uit deze kring graag een partijtje voetbal spelen, werd het profvoetbal afgewezen. Belangrijke argumenten daarvoor waren de sportverdwazing, de vele miljoenen die ermee zijn gemoeid en de zondagsontheiliging.
Maar is dat nog zo? Om te peilen in welke mate het EK in de gereformeerde gezindte wordt gevolgd, heeft het RD een representatief onderzoek gehouden onder 578 lezers en 256 reformatorische jongeren. Uit de gegevens blijkt dat bij het merendeel van de volwassenen het toernooi nog altijd niet leeft. Ongeveer 70 procent beantwoordt de vraag: Volgt u het nieuws van het EK, met een duidelijk: Nee. De overige 30 procent volgt het EK echter wel. Bij de jongeren is het percentage zelfs twee keer zo groot: 61 procent.
Niet heel belangrijk
De tv is voor volwassenen het meest populaire medium om het toernooi te volgen: 15 procent van de respondenten maakt daarvan gebruik, gevolgd door internet (13 procent), radio (9 procent) en krant (8 procent). Ruim 90 procent noemt het kunnen volgen van het EK „niet heel belangrijk”; als ze tijdens de wedstrijd een andere afspraak hebben, gaat die voor.
De zondag is een heikel punt. Als het Nederlands elftal op die dag tijdens een kerkdienst zou moeten spelen, zou bijna niemand van de volwassenen de wedstrijd volgen. Slechts 4 procent zou dat wel doen.
Bij de finale die op zondag 29 juni valt, ligt dat iets anders. Van degenen die het EK volgen, zegt bijna 80 procent deze wedstrijd niet live te zullen bekijken. Ongeveer 15 procent laat dit afhangen van de vraag of Nederland de finale haalt. Is dat het geval, dan kijken of luisteren ze op zondag wel. Van de actieve EK-volgers zal 5 procent de finale hoe dan ook volgen, ongeacht de vraag of het Nederlandse team meespeelt.
Frappant is wel dat bijna een kwart van de groep die het EK volgt, tijdens het kijken van wedstrijden voelt dat het geweten spreekt. Van de groep die aangaf het toernooi bij uitstek via de tv te volgen, reageert bijna 12 procent instemmend op de stelling: ”Ik voel tijdens het kijken van wedstrijden dat mijn geweten spreekt”.
Spannend
De spanning blijkt een belangrijk argument voor RD-lezers om het EK te volgen: voor 65 procent speelt dat een rol. Andere mogelijke argumenten die zijn genoemd komen minder uit de verf. ”Ik ben trots op het Nederlands elftal” is voor 25 procent een argument, ”Ik wil kunnen meepraten over het EK” voor 18 procent, ”Ik volg voetbal altijd, dus nu ook” voor 13 procent en ”Iedereen volgt het toernooi” voor 7 procent.
Dit beeld verandert als de antwoorden worden opgesplitst naar de verschillende leeftijdscategorieën. Jongvolwassenen met een leeftijd tussen de 18 en 24 jaar scoren bovengemiddeld op de motieven ”Iedereen volgt het”, ”Ik wil erover mee kunnen praten”, ”Ik volg het voetbal altijd, dus nu ook” en ”Ik ben trots op het Nederlands elftal”.
Sterk verdeeld
De ondervraagden zijn sterk verdeeld over de vraag of het principieel verantwoord is om het toernooi te volgen. Zo onderschrijft 55 procent de stelling: ”Wie bekeerd is, volgt het voetbal niet”; 45 procent is het daarmee oneens. De stelling ”Het EK voetbal is geen sportverdwazing” wordt door 12 procent van alle ondervraagden onderschreven, maar de overigen vinden het wel sportverdwazing.
Kerkverband
Welk deel van de ondervraagden het EK volgt, is van kerkverband tot kerkverband verschillend. Bovengemiddeld belangstellend zijn de respondenten die behoren tot de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) of de Gereformeerde Bond (GB) binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Lagere percentages zijn er binnen de Hersteld Hervormde Kerk en de Gereformeerde Gemeenten. De respondenten uit de Oud Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (binnen en buiten verband) zijn bij elkaar gevoegd ((O)GG in Ned.) omdat de respons uit deze drie kerkverbanden laag was. De gemiddelde belangstelling in de aldus verkregen groep ligt eveneens onder het gemiddelde.
Ook de mate van instemming met de stelling dat bekeerd zijn en het volgen van het voetbal elkaar uitsluiten, wisselt per kerkverband.
Binnen de gereformeerde gezindte staan veel kerken stil bij het EK voetbal. Ook de meningen van volwassenen daaromtrent lopen per kerkverband uiteen, al zijn de verschillen hier minder groot. In elk kerkverband kiest de overgrote meerderheid voor de stelling dat het goed is als kerken bij het toernooi stilstaan, „want het zou vreemd zijn als er niets over werd gezegd.”
Jongeren
Het volgen van het EK voetbal blijkt onder jongeren tot 18 jaar meer te leven dan onder volwassenen. Volgt van de volwassenen bijna 30 procent het evenement, van de 256 jongeren onder de 18 die meededen aan het onderzoek is dat 61 procent. De gegevens over jongeren zijn verkregen via enquêtes op reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs en Yord, de jongerensite van het Reformatorisch Dagblad.
Niet alleen blijkt de belangstelling onder jongeren groter, in het volgen van het toernooi zijn ze ook iets fanatieker dan volwassenen. Zegt 5 procent van de volwassenen die het toernooi actief volgen de op zondag te spelen finale live te zullen volgen, van de jongeren die zich betrokken voelen bij het toernooi is dat 19 procent. Het percentage van alle ondervraagde volwassenen dat de finale op zondag zegt te zullen volgen, bedraagt 2 procent. Van alle ondervraagde jongeren is dat 12 procent.
Net als bij volwassenen is ook bij jongeren de televisie het meest populaire medium om het toernooi te volgen: 38 procent maakt hiervan gebruik. Bijna 33 procent van de jongeren volgt het evenement via internet, bijna 23 procent via de radio en 18 procent via de krant.
Aan de jongeren die het EK actief volgen, is gevraagd of hun ouders daarvan weten. Volgens driekwart van hen is dat inderdaad het geval en hebben deze er geen moeite mee. Ruim 13 procent zegt eveneens dat de ouders ervan weten, maar met dat verschil dat deze er niet blij mee zijn. Zo’n 7 procent van de meelevende jongeren kijkt of luistert stiekem.
Verantwoord
Ook jongeren zijn verdeeld over de vraag of het principieel verantwoord is het toernooi te volgen. Met de stelling ”Wie bekeerd is, volgt het voetbal niet” is 42 procent van hen het eens en 58 procent het oneens. Bij volwassenen ging het achtereenvolgens om 55 procent en 45 procent. Jongeren vinden dus vaker dan volwassenen dat bekeerd zijn en het volgen van voetbal samen kunnen gaan.
Ruim 36 procent van de jongeren onderschrijft de stelling ”Het EK is geen sportverdwazing”, tegenover 12 procent van de ouderen. Ook dat is een aanwijzing dat jongeren in vergelijking met ouderen minder reserves koesteren ten opzichte van het toernooi.
Ook ten aanzien van de aandacht die kerken aan het EK besteden, lopen de meningen van volwassenen en jongeren uiteen. Zo’n 16 procent van de jongeren reageert op deze aandacht met een ”Ach, het hoort erbij” tegenover 5 procent van de volwassenen. Voor de reactie ”Goed, het zou vreemd zijn als er niets over werd gezegd” kiest 52 procent van de jongeren. Bij de volwassenen was dit 90 procent.
Nederland gaat uit zijn dak voor Oranje, het nieuwe gouden kalf. Van die massale verdwazing is in de gereformeerde gezindte nog geen sprake. Wel maakt het onderzoek duidelijk dat bij een aanzienlijk deel het EK voetbal zonder meer leeft. Juichen ook christenen -weliswaar op de achtergrond- voor het Oranjekalf?
„Als een Daniël...”
„Ergernis is niet het goede woord. Ik ben niet beter, maar ik vind het verdrietig dat deze afgod zo wordt gediend.” Zo reageerde een van de respondenten op de vraag: Waaraan ergert u zich het meest in deze EK-periode? Hieronder een selectie uit de overige reacties.
Aan al het oranje in woonwijken, dorpen, steden en rondom winkels.
Aan christenen die wel moraliseren, maar er niet in slagen het licht van het Evangelie te laten schijnen.
Aan de ontwikkeling van voetbal tot nieuwe religie, sinds God is verbannen uit de samenleving.
Aan belastinggeld dat wordt ingezet voor de financiering van het EK-Holland House.
Aan de gratis Oranjepakketten die sommige gemeenten uitdelen.
Aan vergaderingen die worden verzet omdat het Nederlands elftal speelt.
Aan scholen die kinderen verbieden normale oranje T-shirts te dragen.
Aan de focus op sportverdwazing, hoewel er ook reformatorische vormen van verdwazing kunnen zijn.
Aan de verregaande afwijking van des Heeren Woord.
Aan die zinloze voorbeschouwingen en aan zogenaamd nieuws over spelers die wel of niet fit zijn.
Aan de verafgoding en het enorme drankmisbruik.
Aan het feit dat je geen winkel kunt binnengaan zonder dat je met deze Oranjeverdwazing wordt geconfronteerd.
Aan reformatorische ouders die hun kinderen voorgaan in deze sportverdwazing.
Aan het herhalen van de beelden op tv en het analyseren waar het nu goed of fout ging.
Aan het feit dat in de reformatorische gezindte alleen maar op het voetbal afgegeven kan worden.
Ik spreek liever van verdriet dan van ergernis.
Het doet me vooral veel pijn dat mensen helemaal door het lint gaan voor voetbal en niet voor onze hemelse Vader.
Geen ergernis, wij moeten als een Daniël de wacht houden voor onszelf, onze kinderen en onze kleinkinderen en bidden voor ons land.