Opinie

Embryodebat legt zwaktes bloot

Het debat over embryoselectie laat zien dat minderheden snel het zwijgen wordt opgelegd en dat veel Nederlanders niet meer snappen hoe de ethische argumentatie werkt, stelt ds. M. J. Schuurman. Dat betekent dat orthodoxe protestanten goed moeten bedenken op welke manier ze de ethiek in het debat inbrengen.

13 June 2008 09:19Gewijzigd op 14 November 2020 05:57
„Met verbazing heb ik dan ook de heftigheid gadegeslagen waarmee de ChristenUnie is behandeld in het debat rond embryoselectie. Wat is er mis wanneer een van de partijen op de rem trapt?” Foto (v.l.n.r.) de fractieleiders Rutte (VVD), Pechtold (D66) en Ha
„Met verbazing heb ik dan ook de heftigheid gadegeslagen waarmee de ChristenUnie is behandeld in het debat rond embryoselectie. Wat is er mis wanneer een van de partijen op de rem trapt?” Foto (v.l.n.r.) de fractieleiders Rutte (VVD), Pechtold (D66) en Ha

Het was een interessant interview met Femke Halsema, fractieleider van GroenLinks (RD van zaterdag). Haar antwoorden kunnen goed gebruikt worden om de positie van orthodoxe christenen in het maatschappelijk debat te plaatsen.Allereerst valt op dat zij haar best doet om orthodoxe gelovigen (protestanten, moslims) te begrijpen. Het lukt haar echter niet om te peilen hoe het geloof beleefd wordt. Zo mag een christenpoliticus van haar wel een inspiratiebron hebben, maar mag hij er geen ethische conclusies aan verbinden.

Hierbij kan de vraag gesteld worden of Halsema niet haar eigen ethische methode projecteert op andersdenkenden. Wellicht leidt zij zelf geen ethiek af uit haar atheïsme. Daarmee raakt ze aan een belangrijke maatschappelijke trend: de meerderheid van de Nederlanders ziet geen direct verband tussen geloofsopvattingen en ethische principes.

De zwakte van haar argumentatie valt op wanneer deze wordt toegepast op andere levensbeschouwingen. Laten we enkele voorbeelden nemen uit de achterban van GroenLinks. Stel dat gezegd wordt: „Je mag een linkse inspiratiebron hebben, maar ik mag er niets van merken.” Of stel dat van het emancipatievraagstuk (dat soms net zo existentieel wordt beleefd als het geloof bij orthodoxen) wordt gezegd dat het niet aan anderen mag worden opgedrongen. Of dat de maatschappij niets mag merken van milieuactivisten of van strijders voor dierenrechten.

Halsema heeft gelijk dat de scheiding in medisch-ethische principes niet langs de scheidslijn van het geloof gaat. Terecht geeft zij aan dat er gelovigen zijn die vanuit hun geloof voor liberale standpunten kiezen. Maar zij vergeet de andere kant te belichten: terughoudendheid op het vlak van medische ethiek is geen alleenrecht van orthodoxe protestanten.

Rem
Het afkeuren van bijvoorbeeld abortus komt ook buiten deze kring voor. Dat kan men zien aan de VBOK, die een algemene vereniging is. En de vereniging Kritisch Prikken boort een andere doelgroep aan dan orthodoxe protestanten. Ook in het geval van embryoselectie leeft de afwijzing breder. Ook al betreft het niet de meerderheid van de bevolking, het is een niet te verwaarlozen groep.

Met verbazing heb ik dan ook de heftigheid gadegeslagen waarmee de ChristenUnie is behandeld in het debat rond embryoselectie. Wat is er mis wanneer een van de partijen op de rem trapt? De orthodoxe christenen zijn nodig in het maatschappelijk debat. Juist met hun ethische principes, hoe tegendraads die ook zijn. Zij kunnen in het debat een kritische rol vervullen. Bijvoorbeeld door in het geval van de selectie de bezwaarlijke kanten van deze procedure te laten zien. Dat geldt voor alle medisch-ethische principes.

De discussie rondom de embryoselectie laat weer eens de zwakte van het debat in Nederland zien. Wie bij een afwijkende minderheid behoort, heeft nauwelijks recht van spreken. Dat zien we niet alleen bij orthodoxe protestanten, maar ook bij orthodoxe moslims (die algauw denigrerend als fundamentalisten worden beschouwd) en bij aanhangers van de PVV. Het zijn drie verschillende groeperingen, maar zij hebben wel de overeenkomst dat zij in het huidige klimaat niet getolereerd worden.

De opiniemakers hebben echter de taak om deze groeperingen serieus te behandelen. Gebeurt dat niet, dan moeten we er niet vreemd van opkijken dat één of meer van deze groeperingen zich afscheiden van onze samenleving. Met alle gevolgen van dien. Het respecteren van andersdenkenden is dus niet alleen een democratisch principe, maar heeft ook maatschappelijke relevantie.

Vanuit dat belang moet men ook consequenter zijn in de eigen principes: levensovertuigingen kunnen niet opgedrongen worden. Ook liberale en atheïstische overtuigingen niet.

Uitdaging
Maar ook voor orthodoxe protestanten is er een belangrijke les. Veel Nederlanders snappen niet meer hoe de ethische argumentatie werkt. Niet alleen omdat men geen verband meer ziet tussen geloof en moraal. Voor veel Nederlanders is geloof niet meer dan een projectie. God en geloof zijn voor hen niet meer dan een sprookje, een verzinsel. Zij vinden het stuitend dat deze achterhaalde zienswijze toch enige invloed lijkt te hebben.

Dat betekent dat orthodoxe protestanten goed moeten bedenken op welke manier de ethiek in het debat wordt gebracht. Er zijn verschillende methoden voor te bedenken. Eerst intern (in de kerk) en vervolgens extern (het maatschappelijk debat). Dit is de methode van prof. dr. G. G. de Kruijf.

Een gematigdere vorm stelde prof. dr. J. C. Kennedy onlangs voor: ethiek vanuit het geloof moet vertaald worden. In beide gevallen loopt men echter het risico van aanpassing, of dat nu bewust of onbewust gaat. Onverkort de eigen visie in het debat inbrengen werkt echter niet, omdat men in onze maatschappij niet meer het geduld heeft om te luisteren naar andermans beweegredenen. Hier ligt een grote uitdaging voor de gereformeerde gezindte in de komende decennia.

De auteur is predikant van de hervormde gemeenten Ilpendam-Watergang (Noord-Holland).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer