Vervolging christenen neemt toe
De christenvervolging neemt wereldwijd toe en behoort tot de meest voorkomende schendingen van de mensenrechten. Op dit moment heeft geen enkele godsdienst zo veel te lijden als het christendom.
Tot deze conclusie komt het nieuwste Idea-documentatieboek ”Martelaren 2002. Het jaarboek van de christenvervolging”. Uitgevers zijn de mensenrechtenstrijder Max Klingberg en de zendingswetenschapper Thomas Schirrmacher. Het boek ontstond in samenwerking met de werkgroepen voor godsdienstvrijheid van de Duitse en de Zwitserse Evangelische Alliantie en de Internationale Maatschappij voor Mensenrechten.
Na de val van het communisme bleken er wereldwijd iets minder christenen te worden vervolgd. Nu echter staan zij in landen als India, Indonesië, Nigeria en Pakistan bloot aan vervolging, zo valt te lezen in de 173 pagina’s tellende publicatie. Daaruit blijkt verder dat het christendom het sterkst groeit in landen waar de mensenrechten met voeten worden getreden. Zo is het aantal christenen in Afrika sinds 1970 gestegen van 120 miljoen tot 343 miljoen, in Latijns-Amerika van 261 miljoen tot 470 miljoen en in Azië van 94 miljoen tot 301 miljoen. In de Volksrepubliek China bezoeken ’s zondags meer mensen een christelijke eredienst dan in heel West-Europa.
Het documentatieboek bevat ook een lijst met de landen waarin christenen het meest worden vervolgd. Op deze door de christelijke hulporganisatie ”Open grenzen” opgestelde ”wereldvervolgingsindex” neemt Noord-Korea de eerste plaats in, vóór Saudi-Arabië, Laos, Vietnam en Turkmenistan. Van de tien landen waar de situatie het ernstigst is, zijn er zes islamitisch, drie communistisch en een boeddhistisch.
De christelijke hulporganisatie Open Doors uit Ermelo maakte al in augustus bekend dat Noord-Korea, voor de eerste keer in de geschiedenis, nummer 1 staat op de lijst van landen waar christenvervolging plaatsheeft. Twee weken geleden kwam het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken met een rapport waarin op een aantal landen forse kritiek wordt geleverd wegens het gebrek aan godsdienstvrijheid. „Een groot deel van de wereldbevolking leeft in landen waarin het recht op religieuze vrijheid beperkt of niet aanwezig is”, concluderen de opstellers van dit rapport.
Sommige totalitaire regimes beschouwen geloofsuitingen als een bedreiging voor hun bestuur of stabiliteit, aldus de Amerikaanse speciale ambassadeur voor de godsdienstvrijheid, John V. Hanford III. Daaronder vallen Noord-Korea, Birma, China en Vietnam. Andere landen -Saudi-Arabië, Sudan en Iran- bouwen hun legitimiteit op de islam. Verder zijn er regeringen die de nationale identiteit verbinden met een overheersende godsdienst. In Europa dreigen velen te maken te krijgen met nieuwe wetten en regeringscommissies, in het leven geroepen vanwege bezorgdheid over gewelddadige sekten. Ten slotte zijn er terreurgroepen zoals al-Qaida die de religievrijheid bedreigen.