Eten in de wapenkamer
Het was even slikken voor Utrecht. Tot de jaren ’90 bezat de stad het oudste stenen huis van Nederland. Tijdens een restauratie van een woning in Deventer bleek dat zij zich had misrekend. Aan de voet van de Lebuïnuskerk bleek een pand te staan waarvan een gedeelte al in 1130 tot stand kwam.
Twee statige deuren vormen de toegang tot Sandrasteeg 8. Wie over de drempel stapt, moet direct daarna een meter afdalen. Deventer hoogde in de loop der eeuwen de straten op. Maar binnen de muren van de Buveburcht bevindt de begane grond zich nog steeds op het middeleeuwse wegniveau.Toen vader Jeroen Buve en zijn zonen Sybrand en Gulliver ruim twee jaar geleden het aanbod van de NV Bergkwartier -een organisatie die zorg draagt voor historische gebouwen in Deventer- kregen om de burcht te gaan bewonen, hoefde het drietal niet lang na te denken. De kans om vanuit het pand met de Geert Grote Universiteit (zie kader Sporen van Geert Grote) te starten -een voorwaarde voor bewoning-, grepen de drie intellectuelen met beide handen aan.
De oudste stenen woning van Nederland had nooit een naam gehad. Daar bracht Jeroen verandering in aan. „We vinden Buveburcht mooi klinken.”
Tufsteen
De woonvertrekken bevinden zich op de eerste verdieping. Vanuit de kamer hebben de bewoners een prachtig uitzicht op de Lebuïnuskerk en de oude panden eromheen. Nieuwe boekenkasten staan gebroederlijk naast antieke erfstukken van Jeroen. Overal liggen stapels lectuur. Sybrand: „Volgens het principe het belangrijkste ligt bovenop.”
In de keuken valt vooral de fraaie Mechelse tafel uit het einde van de 19e eeuw op. Door royale ramen valt het zonlicht naar binnen. Dat was rond 1200 wel anders. In het vertrek pal boven de poort drong geen daglicht door. Zo boden de 1.60 meter dikke muren het beste bescherming tegen onder meer de Vikingen. En ramen in een wapenkamer -de huidige keuken- was uiteraard niet handig.
In de tijd dat de burcht verrees, gebruikten bouwers nauwelijks steen. De huizen waren van hout. Pas in de 13e eeuw deed de baksteen zijn intrede. Daarom is voor de bouw van de Buveburcht tufsteen en trachiet -een grijze steen- gebruikt. Jeroen: „Schippers brachten het mee uit het Eifelgebergte. De stenen kosten een vermogen. Alleen kerken en adellijke gebouwen werden daarvan gemaakt.”
Oorspronkelijk was de woning aan de Sandrasteeg een poortgebouw dat toegang gaf tot het gebied rondom de Grote of Lebuïnuskerk. In de middeleeuwen viel dat stukje stad onder het gezag van de geestelijkheid. Op de tweede verdieping van het pand woonde de stadhouder, ook wel proost genoemd.
Toen de poort zijn functie verloor, maakte de proost er een kapel van, gewijd aan Bonifatius. Sybrand wijst naar een kleine opening in de witte muren die de poortgewelven dragen. „Een schietgat. De proost was gelovig, maar niet naïef.”
Geheime ingang
De Buveburcht herbergde door de eeuwen heen veel bijzondere gasten. Alva had er een eigen slaapkamer met geheime ingang. Jeroen: „De hertog was niet gerust op zijn leven. De ingang moet niet gemakkelijk te ontdekken zijn geweest.” Inmiddels is het slaapvertrek van de Spaanse generaal gebombardeerd tot rommelhok. Het kan verkeren. Ook prins Maurits verbleef in de burcht. „Uiteraard niet tegelijkertijd,” glimlacht Sybrand.
In het trappenhuis bevinden zich nog altijd de originele houten treden en vloeren uit de middeleeuwse tijd. Ook de derde verdieping bevat veel oude sporen. Tegen het zolderdak zijn balken uit de 12e eeuw gespijkerd. Van later datum is het grote rad op een van de slaapkamers. Grote ijzeren punten steken grimmig omhoog. Schijn bedriegt. Het voorwerp deed geen dienst als martelwerktuig. Sybrand: „In de 16e eeuw gebruikten de bewoners dit om goederen naar boven en beneden te takelen.”
Opvallend mooi zijn de kalkstenen zuilen die zich op de tweede verdieping bevinden. Tijdens de restauratie begin jaren ’90 kwamen ze tevoorschijn. Vroegere bewoners hadden tegen de buitenmuren van de poort nieuwe gebouwen gezet. Sybrand: „De zuilen waren weggestopt achter kloostermoppen. Ze zijn gemaakt van kalk uit de Romeinse aquaducten bij Trier. Het water zorgde daar voor zo veel kalkafzetting dat er zuilen van een meter lang uit gemaakt konden worden.”
Geen bereik
De Buves ervaren het pand als heel bijzonder. Sybrand: „Elke dag staan we oog in oog met een stuk geschiedenis van bijna 900 jaar oud. Ik voel me bevoorrecht dat ik hier woon.”
Op de begane grond heeft vader Jeroen zijn studeerkamer. De koperen kroon boven het bureau komt onder de poortgewelven goed tot zijn recht. Er kleeft ook een nadeel aan de fraaie werkkamer. Jeroen: „Mobiel bellen gaat tussen deze dikke muren bijna niet. Meestal is hier geen bereik. Heb ik dat wel, dan valt de verbinding vaak binnen tien seconden weg.”
Vanaf vandaag tot en met september -uitgezonderd 28 juni- organiseert de familie Buve twee dagdelen per week rondleidingen in hun woning. Op zaterdag- en woensdagmiddag om 14, 15, 16 en 17 uur. Prijs: 3 euro per persoon (incl. kopje koffie of thee). Groepen kunnen zich aanmelden via: 0570-600134. Meer informatie: www.buveburcht.nl.
De achtertuin van Geert Grote
De reden om in de Buveburcht de Geert Grote Universiteit op te richten ligt letterlijk voor de hand. In de achtertuin van het oudste stenen huis van Nederland werd de moderne devotie geboren.
Het is de Deventer filosoof Jeroen Buve een doorn in het oog dat veel Nederlanders maar zo weinig weten van de boeteprediker die opriep tot het volgen van Christus in een leven van vroomheid en opoffering. „Volgelingen van Geert Grote hebben veel invloed gehad in Noordwest-Europa. Ook in alledaagse regels. Neem bijvoorbeeld ons schoolsysteem met overgangsrapporten. Het is bedacht in Deventer.”
Een van de doelstellingen van de Geert Grote Universiteit is dan ook Nederlanders bewust te maken van hun spirituele wortels. De drie Buves hebben het tij mee.
Het Lamme van Dieseplein dat aan de achtertuin van de Buveburcht grenst, maakt nu nog een rommelige indruk. Een fietsenstalling, een ingang van een overdekt winkelcentrum en een foeilelijk SNS-gebouw beslaan de plek waar eens het eerste huis van de broeders van het gemene leven stond. Maar er gloort hoop, zegt Siebrand Buve. „Het Lamme van Dieseplein wordt omgebouwd tot Geert Grotehof. Later dit jaar gaat hier ook de bouw van het Geert Grote Huis, een informatiecentrum, van start.”
Verscholen onder de grond ligt nog een crypte uit de 14e eeuw. Die wordt opgegraven en gerestaureerd.