Blijdschap als grootste beloning
Huis en haard verlaten om met hart en hand de verre naaste te helpen. Aan boord van hospitaalschip ”Anastasis” beschikken de bemanningsleden slechts over een bescheiden hut. „Je hebt best wel eens je frustraties, maar we weten dat we hier op onze plaats zijn. En als je ziet hoe blij de patiënten het schip verlaten, is dat een rijke beloning.”
Hoog rijst de witte scheepswand op langs de IJkade in Amsterdam. Doos na doos wordt aan boord gesjouwd. „Meest giften”, weet gastvrouw J. Timpers. „We moeten het van onze sponsors hebben.”
Tien dagen lang lag de Anastasis voor de wal. Dinsdag voer het schip weer uit, richting Sierra Leone en Togo. Daar worden inwoners aan boord ontvangen voor operaties, mobiele klinieken trekken het land door en de bemanningsleden voeren er woningbouwprojecten uit.
Terwijl Timpers aan boord dienstdoet als gastvrouw, oefent haar man er zijn oude vak uit: timmerman. „Hij heeft in de tapijtindustrie gezeten, in de caravanbouw, in een pianohandel. In 1990 leerden we echter de Anastasis kennen, toen het schip voor het eerst in Nederland in een droogdok lag. We gaven ons op als gastgezin voor de bemanningsleden. In 1992 is m’n man een maand in Israël geweest. Toen hij terugkwam, had hij zoiets van: Wat doen we hier eigenlijk nog in Nederland? Elders is zo veel nood en gebrek. Het is een gebedszaak voor ons geworden.”
Na lang wikken en wegen nam het Nieuwleusense echtpaar het besluit aan te monsteren op het schip. Ze volgden een cursus in Amerika, maar het duurde tot vorig jaar voordat er een plaats vrijkwam. De twee oudste kinderen bleven achter, de dochters van tien en acht gingen mee en gaan aan boord naar school.
De bemanningsleden op het schip krijgen geen salaris, maar betalen kost en inwoning. „We moesten zelf voor sponsors zorgen, maar daarin is wonderlijk voorzien. Toen we terugkwamen van een vakantie, bleken vrienden het al grotendeels geregeld te hebben. M’n man was koster in de vrije evangelisatie in Dalfsen. Daar wordt nu eens in de drie maanden voor ons gecollecteerd.”
Werk en huis opgeven kostte weinig moeite; het achterlaten van de kinderen was minder eenvoudig, zegt Timpers. „We e-mailen veel en sinds vorig jaar is er een satelliet aan boord, waardoor we 24 uur per dag beschikken over telefoon en internet. Maar het directe contact mis je.”
De 350 bemanningsleden komen van over de hele wereld. „Dat vraagt best wel wat van je aanpassingsvermogen. Mensen uit andere culturen kunnen heel anders reageren. We zijn erg blij met onze eigen hut. De meeste opvarenden zijn vrijgezel; die zitten al gauw met z’n vieren in een hut. De bemanning wisselt ook heel sterk.”
Het afgelopen jaar deed de Anastasis Sierra Leone en Gambia aan. „Tussen die twee landen zit dag en nacht verschil. Sierra Leone is een van de armste landen ter wereld. Gambia is voor Afrikaanse begrippen rijk, dankzij het toerisme. Op de zuidoever van de Gambiarivier zie je hotels, supermarkten en ijssalons. Als je dan de rivier oversteekt, is alles weer heel primitief.”
Timpers laat de operatiekamers zien, klein maar efficiënt. Aan boord worden operaties uitgevoerd aan gezichtstumoren, hazenlippen en staar. „Daarnaast zijn er orthopedische behandelingen. Er zijn in Afrika veel kinderen met klompvoetjes, en mensen met afwijkingen worden vaak verstoten, omdat men denkt dat er een vloek op hen rust. Operaties die een lange nabehandeling vragen, kunnen we niet uitvoeren. Het is erg als je mensen moet teleurstellen. We sturen ze nooit zomaar weg. Er is altijd een gesprek en gebed. Maar meer kunnen we niet voor hen doen.”
Sinds vorig jaar wordt op de Anastasis ook een bepaald soort gynaecologische operaties uitgevoerd. „De meisjes in Afrika trouwen vaak jong en raken dan in verwachting voordat ze helemaal volgroeid zijn. Daardoor ontstaat tijdens de bevalling nogal eens een gat tussen blaas en geboortekanaal. Het gevolg is dat ze urine lekken. Soms worden ze vanwege de stank verstoten. Je moet het gezien hebben om te weten hoe blij die meisjes het schip verlaten, eindelijk verlost van de stank. Die dankbaarheid vergoedt al het aanpassingsvermogen dat hier best van ons gevraagd wordt. De nieuwe kleren die ze meekrijgen symboliseren het nieuwe leven dat ze gaan beginnen.”
Tijdens de reis die dinsdag begonnen is, pikt de Anastasis in Gambia een kudde schapen en geiten op. Met een variant op de naam van de drie hulpverleningsschepen, Mercy Ships, is het nieuwe project Mercy Sheep genoemd. De dieren worden onder de arme boeren en herders in Sierra Leone verdeeld, waarna het fokprogramma verder wordt begeleid. Op het achterdek van het schip wordt een onderkomen voor de dieren gebouwd. „We gaan een beetje ark van Noach spelen”, zegt Timpers. „Daar zijn hier aan boord al heel wat grapjes over gemaakt.”