Strijd tegen witwassen vordert nauwelijks
De strijd tegen witwassen van crimineel geld heeft weinig effect.
Dat harde oordeel velt de Algemene Rekenkamer in een dinsdagmiddag uitgebracht rapport.De kans dat criminelen die geld witwassen worden bestraft, is klein, aldus de Rekenkamer. Ook financiers van terroristische activiteiten ontspringen doorgaans de dans.
De „tegenvallende prestaties” van het onderzoek staan in schril contrast met de „ambities en prioriteit die door opeenvolgende kabinetten is gegeven aan de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering”, aldus de Rekenkamer.
Oorzaak van de falende strijd tegen het witwassen is een „beperkte capaciteit en deskundigheid, een gebrek aan informatie-uitwisseling en het ontbreken van regie”, aldus de Rekenkamer.
De controle van financiële instellingen -bijvoorbeeld op het terrein van ongebruikelijk hoge transacties- verschilt sterk. Zo staan banken voortdurend onder toezicht van De Nederlandsche Bank. Daarentegen worden notarissen hoegenaamd niet in de gaten gehouden door het Bureau Financieel Toezicht (FBT). Frappant is dat het FBT in de periode 2005-2006 slechts één toezichthouder had op 2481 kantoren.
Van de gemelde ongebruikelijke transacties wordt slechts 6 procent benut in opsporingsonderzoek, aldus de Rekenkamer.
Het aantal strafbare witwasfeiten dat door opsporingsdiensten aan het openbaar ministerie werd geleverd, steeg van 335 in 2005 tot 767 in 2006. Toch gaat het om kleine aantallen, gezien bijvoorbeeld het aantal van 34.500 verdachte transacties in 2007.
Het ’kaalplukken’ van criminelen gaat zeer moeizaam. Het OM eist bij 13 procent van de witwasfeiten het ontnemen van crimineel vermogen, maar de rechter legt „slechts” in 3 procent zo’n maatregel op.
Naar schatting wordt jaarlijks 18,5 miljard euro crimineel geld witgewassen in Nederland.