Nieuw-Schoonebeek blij met herbouwde veestal
Nieuw-Schoonebeek was niet al te trots op de laatste authentieke Drentse veestal, de boo, onder de rook van Emmen. Totdat het bouwwerk in 2004 door brand in de as werd gelegd. Ineens beseften de inwoners dat er een stuk geschiedenis in vlammen was opgegaan.
Woensdag opent prinses Margriet op exact dezelfde plaats een herbouwde Wilms’ Boo.De boo was oorspronkelijk een veestal, met een klein woonhoekje voor de veehouder. Vier eeuwen geleden waren er zo’n 35 van in Nieuw-Schoonebeek. Als de boer het vee op de boerderij niet meer kwijt kon, ging het naar de boo, waar een veehouder ervoor zorgde dat de koeien na een tijdje vetgemest en wel naar de Hanzesteden konden worden gebracht. Daar werden de dieren verkocht. „’t Is eigenlijk net zoals het er in de alpenweiden aan toegaat”, zegt Sis Hoek, lid van de Historische Vereniging van Nieuw-Schoonebeek. „Daar heb je ook van die boerderijdependances.”
In Nieuw-Schoonebeek is de laatste boo die nog in gebruik was, in de jaren twintig van de vorige eeuw op slot gegaan, vertelt Hoek. „Er zijn ook veel Duitsers geweest, Hannoverianen waren dat, die de booën overnamen omdat ze er in Duitsland toentertijd geen gat meer in zagen. Dat was in het begin van de negentiende eeuw.” In het begin van de vorige eeuw zijn de boeren er dus helemaal mee opgehouden. Ik sprak onlangs een man van een jaar of zeventig die vertelde dat z’n opa nog een boo in z’n bezit had. Nou, zover gaat het dus zo’n beetje terug.”
Langzaam maar zeker verdwenen de booën uit het Drentse landschap. Met het afbranden van Wilms’ Boo in 2004 was er zelfs niet één meer over. „Toen zagen we pas wat we misten”, zegt Hoek. „Er was een stuk geschiedenis in vlammen opgegaan. Maar nu hebben we er weer één.” Heel Nieuw-Schoonebeek is er trots op. „Het is geweldig dat dit gebied nu weer eens in de belangstelling staat”, vindt Hoek.
De nieuwe boo krijgt vanzelfsprekend niet de functie die hij van oudsher had. Het kunstenaarsechtpaar Saskia Boelsums en Peter Veen bewoont het pand sinds kort. Maar toeristen hoeven niet bang te zijn dat ze Nieuw-Schoonebeeks trots niet van dichtbij mogen bewonderen. Hoek: „De bijbehorende hooischuur wordt toegankelijk voor publiek, en een ander deel van het gebouw gaat functioneren als logies.”
Boelsums en Veen wonen krap twee weken in hun nieuwe onderkomen. „We komen uit Emmen, en hebben voor ons werk veel rondgelopen in dit gebied. En nu wonen we er middenin, dat is wel echt heel leuk”, vertelt Boelsums. Hoek is er blij mee dat de kunstenaars de boo gaan bewonen. „De schuur is brandgevaarlijk, met al dat rieten vlechtwerk. Voor de club vrijwilligers die de vorige boo onder zijn hoede had, was het een veel te grote klus alles te onderhouden.”
Voor de beeldend kunstenaars is Wilms’ Boo een prachtig onderkomen, want er is genoeg ruimte voor een atelier. Boelsums en Veen zijn echter niet alleen gebruikers van de boo. „Ik wil me flink in de geschiedenis gaan verdiepen, zodat ik op een gegeven moment zo veel weet dat ik hier ook rondleidingen kan gaan geven”, zegt Boelsums. Ook belooft het echtpaar eens in de zoveel tijd „dingen te organiseren voor toeristen.” Want Wilms’ Boo is van iedereen.
De opening van Wilms’ Boo staat niet op zichzelf. In het kader van de Week van de Schoonebeeken zijn er onder meer ook fototentoonstellingen en lezingen, wordt er een symposium gehouden en zijn er toeristische borden onthuld.