Stilte op Bali na de explosie
Het Indonesische eiland Bali was synoniem voor schoonheid, cultuur en veiligheid. Volgens de toeristenindustrie was het de veiligste plaats van het land. De ontploffing van 12 oktober haalde daar ruw een streep door.
Denpasser, de hoofdstad van de provincie Bali, werd vanwege zijn rust vaak gekozen als plaats voor vergaderingen, conferenties en internationale wedstrijden. De bevolking bestaat grotendeels uit hindoes, en dat in een land dat voor een belangrijk deel wordt gedomineerd door de islam.
Nu is het stil op Bali. Na de bomaanslag is de stroom toeristen met 75 procent verminderd. Voor hen in de plaats kwamen de journalisten en agenten van de FBI, zegt Wilfred Sao van toeristenbureau Noord-Flores. Twaalf jaar had hij handenvol werk bij het toeristenbureau, maar nu is het rustig. De drukte op het vliegveld wordt vooral veroorzaakt door vertrekkende toeristen, zegt een portier. Er komen nog wel groepen uit Zuid-Korea en Taiwan.
November en december zouden het hoogtepunt van het toeristenseizoen op Bali moeten worden. Het toerisme bloeide ondanks de economische crisis in het land en dat werkte als een magneet op werkzoekenden van andere eilanden, zoals Java, Lombok, Sumbawa, Flores, Sumba, Timor, Kalimantan en Sulawesi (Celebes).
In de straten van Denpasser, die gewoonlijk druk zijn en tjokvol voertuigen, is het nu stil. De bevolking geeft er de voorkeur aan thuis te blijven en de laatste berichten via de televisie te volgen. De inwoners komen wel vaak in hun banjar, een ontmoetingsplaats waar ze gezamenlijk voor de slachtoffers bidden.
Geen werk
Op Puputan Badung, een plein waar gewoonlijk veel toeristen komen, is het uitgestorven. „Misschien herstelt zich dit over een jaar”, zegt Hari Purnomo, een verkoper van gekookte eieren, pessimistisch. Op de markt heerst dezelfde misère, zegt Ni Ketut Sriani, een pisangverkoper.
„We kregen hier veel buitenlandse journalisten en toeristen uit Amerika en Japan, die erg royaal zijn. Ze zijn verdwenen”, zegt Dewa Bagus (24). Zijn dagelijks inkomsten zijn van 100.000 rupiah (9 dollar) gedaald tot nul.
Dewa is, net als andere inwoners in Kuta Beach, begonnen als bediende en opende later zijn eigen winkel. De meeste jongeren studeren niet, maar gaan op jonge leeftijd aan het werk in de toeristenindustrie of in de winkel van hun ouders. De huidige veranderingen zijn voor hen moeilijk te accepteren, want die zagen aan de poten onder hun bestaan.
Dagbladen op Bali hebben een oproep geplaatst van de godsdienstige leiders en intellectuelen om de moed niet te laten zakken, maar ander werk te zoeken. Dat is er echter niet veel. De meeste traditionele vissers zijn sinds 1970 verdwenen.
Niet alleen de verlamming van de toeristenindustrie geeft aanleiding tot piekeren. De vrees voor een nieuwe aanslag houdt veel mensen uit hun slaap. „Ik word duizelig als ik hierover pieker. Ik kan alleen bidden, zodat ik lekker kan slapen”, zegt Dewa.
Voorzichtig
In de omgeving van de ontploffing komen steeds mensen om te bidden. Ze leggen bloemen of branden kaarsen. In Jalan Legian, in de omgeving van de plaats van de ontploffing, verlaten drie buitenlandse toeristes huilend en elkaar omhelzend de rampplek.
Mensen van buiten Bali zijn verplicht desgevraagd een voorlopige verblijfsvergunning te kunnen tonen. Volgens Dewa Bagus zijn de mensen nu erg achterdochtig.
Het toerisme is de hoop en toekomst voor de volgende generatie, zodat we het moeten verdedigen met al onze kracht, zegt Nyoman Bagiana Karang, een vooraanstaand man in Kuta. „Zolang de daders niet gepakt worden, zullen de rust en het veiligheidsgevoel niet terugkeren.”
De bevolking is voorzichtig met het uitsteken van een beschuldigende vinger, om geen enkele bevolkingsgroep in de verdachtenbank te plaatsen. De bom moet van buiten Indonesië gekomen zijn, denkt Dewa.