Het verschil tussen André Rieu en Geert Bierling
Wat is het verschil tussen de bekende violist André Rieu en de Rotterdamse stadsorganist Geert Bierling? Amper twee dozijn deelnemers bogen zich vrijdag tijdens een symposium in de Rotterdamse Laurenskerk over een antwoord op die vraag.
Volgens prof. dr. Marlite Halbertsma, hoogleraar kunst- en cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, is Rieu een voorbeeld van wat echt nep is, terwijl Geert Bierling ergens tussen nep en echt in staat. Of de weinige symposiumdeelnemers het daarmee eens waren, werd niet echt duidelijk.Het symposium vormde de start van de ROtterdamse orgelDAgen (RODA), met als festivalthema: ”Oude orgels, nieuwe wind!”. Deze week worden onder andere zogenaamde canonorgelconcerten gehouden, waar orgelliteratuur gespeeld wordt dat het publiek heeft uitgekozen. Een ’groene’ orgelfietstocht voert langs vier kerken waar conservatoriumstudenten concerteren. Opvallend is het concert ”Het Caribisch Orgel”, dat orgelmuziek combineert met stadsblazers, een fanfareorkest en een Antilliaanse brassband.
Kortom, het festival wil mensen enthousiast maken om het orgel opnieuw te ontdekken. Een flyer waarop een schaars geklede dame met een boa om haar nek prijkt, is het symbool voor het tweejaarlijkse festival dat het orgel een beetje uit de kerkelijke sfeer moet halen.
Beleving
Gabriel Oostvogel, directeur van concertgebouw de Doelen, zegt dat het orgel, dat met zijn cultuur een gesloten wereld is, naar buiten moet treden. „Het orgel moet bekend worden in de stad.” De vraag is echter: Hoe bereikt de stadsorganist de stad of hoe blaast de stadsorganist nieuwe wind in oude orgels?
Die kerkelijke sfeer is volgens hem voor veel mensen een drempel om een klassiek concert te bezoeken. „Ook de wat elitaire ambiance van de concertzaal kan voor sommigen een drempel zijn. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest speelde in een bomvolle Ahoy een klassiek programma voor een totaal ander publiek. Kennelijk doet de ambiance er meer toe dan het programma. Zowel kerk als concertzaal heeft een wat beladen context”, aldus Oostvogel.
Context en beleving gaan volgens musicologe Cynthia Wilson hand in hand. Een mooi voorbeeld is het nieuwe Bachorgel in de Grote Kerk van Dordrecht, dat op de grond staat. „Je speelt dus zichtbaar voor het publiek”, zegt de Dordtse stadsorganist Cor Ardesch. „Voor velen heeft dat iets extra’s. Zo kan men ook enthousiast reageren in het geval je geprojecteerd wordt op een groot scherm.” Overigens erkent hij mét anderen dat er orgelliefhebbers zijn die dat niet willen zien. De muziek is voor hen genoeg.
Volgens Christiaan Steenbergen, secretaris van de Vereniging van Orgelmakers in Nederland, is het de passie waar mensen gevoelig voor zijn. „Naast horen is dat ook zien”, zegt hij. „De Stones op het Malieveld in Den Haag, dat was voor mij een onvergetelijke ervaring.”
Volgens prof. Halbertsma is het een groot misverstand te denken dat de bezoeker van een klassiek concert alleen maar uit zou zijn op een gezellig avondje uit. „Hij komt om iets te beleven. Hij wil iets leren, ergens esthetisch van genieten, ergens helemaal in opgaan en hij wil ook vermaakt worden.” Stadsorganist Geert Bierling memoreert hoe hij in zijn jonge jaren Feike Asma beleefde. „Met sigaar in de mond, bretels over zijn brede schouders en al zwoegend energie uitstralend. Hij had veel en ook veel niet. Op het conservatorium moest ik die beleving afleren, maar het is me nooit helemaal gelukt. Zo’n foto kom je toch van niemand anders tegen?”
Hapklare brokken
Prof. Halbertsma zegt dat André Rieu van de populaire klassieken van alles en nog wat bij elkaar grabbelt en dat als hapklare brokjes brengt. „Pure nep”, zegt ze. „Zijn muziek hoort niet in de concertzaal.”
Stadsorganist Geert Bierling trakteert zijn publiek ook op populaire klassieken. Zijn concerten in de Doelen worden redelijk goed bezocht, die in de Burgerzaal zijn tot de laatste stoel bezet. Prof. Halbertsma weet dat het er in die Burgerzaal ontzettend gezellig aan toe gaat. „De ambiance is laagdrempelig, de toegang is gratis, met een gratis consumptie, en de muziek wordt niet in hapklare brokjes gehakt.”
Bierling grossiert in noten van Bach tot Boëllmann, van Reger tot Rachmaninoff en van Sweelinck tot Strawinsky. Met zijn transcripties van delen uit opera’s wint hij publiek voor het orgel. „Uiteindelijk doel is dat de bezoeker gewonnen wordt voor de echte muziek”, zegt prof. Halbertsma. Bierling: „Het gaat er niet om dat je iets voorstelt, maar dat je iets voortbrengt.”
Volgens de Rotterdamse stadsblazer André Heuvelman is André Rieu een waanzinnig belangrijk fenomeen en een authentiek product. „Alleen jammer dat hij steeds meer het pad van de show opgaat. Het ongeluk is dat hij met zijn Strausswalsen zo veel succes heeft gehad.” Heuvelman noemt het belangrijk dat een kunstenaar zichzelf blijft en vooral ook inhoudelijk blijft. „Je moet nooit vergeten waar je vandaan komt. Alleen wat authentiek is en uit je beleving komt, zorgt voor succes.” Heuvelman pleit ervoor om elementen van Rieu toe te voegen aan klassieke concerten.