Van de 27 drankketen die zijn aangeschreven door de gemeente Barneveld om zich aan te melden voor een gedoogstatus hebben er nog maar 7 gereageerd. In Putten bezocht commissaris van de Koningin Cornielje twee keten.
Om in aanmerking te komen voor een gedoogstatus moeten keten behalve de aanvraag ook een huishoudelijk reglement, een situatieschets en een lijst met maximaal twintig bezoekers inleveren. Keten die op tijd zijn aangemeld, worden gecontroleerd op brandveiligheid en andere voorwaarden. Pas dan krijgen ze een vergunning.
Oorspronkelijk was de gemeente Barneveld niet van plan nieuwe keten te weigeren. De gemeente werd min of meer gedwongen tot het huidige uitsterfbeleid omdat de keten niet passen in het bestemmingsplan en gedogen juridisch alleen maar tijdelijk mag gebeuren.
De Gelderse commissaris van de Koningin, Cornielje, bezocht donderdag twee keten in Putten. Daarna ging hij met burgers en instellingen in gesprek over de problemen rond alcohol in de gemeente. Cornielje vroeg vijf jongeren of zij erkennen dat er een probleem is. Dat bleek niet het geval te zijn. Een van de jongeren beweerde dat er in zijn keet geen verslaafden zijn. De jongeren hanteren zelf een aantal regels met betrekking tot alcohol en drugs. Er wordt wel gedronken, maar niet voordat zij 16 jaar zijn.
De GGD Gelre-IJssel bracht in dat alcohol sowieso schadelijk kan zijn. Niet alleen voor de jeugd, maar ook voor volwassenen. Volgens de GGD ligt het alcoholprobleem dan ook niet alleen bij de jongeren, maar in de hele maatschappij.
Wijkagent Van de Veen bevestigt dat hij niet veel problemen heeft met de ongeveer dertig keten in Putten. Zolang de jongeren in de keten zitten, hebben omstanders geen overlast, gaf hij aan. Een maatschappelijk werker beaamde dit. Hij vertelde dat hij wel te maken heeft met jongeren die problemen hebben. Het is hem overkomen dat er vier jongeren bij waren uit één keet. Een van hen had zelfmoordgedachten, een ander had een ernstige alcoholverslaving. De maatschappelijk werker noemde die extremen alarmerend. De jongeren zeiden deze problemen niet te herkennen.
Ook de horeca was vertegenwoordigd. De sector vindt dat de keten voor oneerlijke concurrentie zorgen. Volgens hem zijn de jongerenketen verkapte kroegen die vooral gebruikt worden voor het zogenaamde indrinken. Na een keetbezoek gaan veel jongeren half beschonken naar de plaatselijke horeca. Die kan hen in zo’n toestand de deur moeilijk wijzen, vooral niet als het om een grote groep gaat. Volgens de jongeren komen zij echter zeker niet laveloos bij de cafés aan.
Vrijwel alle aanwezigen waren het erover eens dat het van groot belang is dat de ouders van de keetbezoekers een oogje in het zeil houden.
