In het jaarverslag concludeerde ombudsman Migiel van Kinderen eind april dat de gemeente Rotterdam de vrijheden van Rotterdammers te veel inperkt. „Ze zoekt de grenzen van de wet op, maar gaat er soms ook overheen”.Het beeld dat Van Kinderen schetst, is volgens de burgemeester ongenuanceerd. „Onze aanpak is niet alleen in overeenstemming met de formele regels, maar ook met de fatsoensnormen die gelden in de relatie overheid en burger”. Volgens Opstelten wordt het beleid breed gewaardeerd door de inwoners van de Maasstad.

Het college schreef vorige week aan de raad dat ze een beperking van de werkzaamheden van de ombudsman wilde. Volgens Opstelten zijn deze woorden verkeerd geïnterpreteerd. „Ik wil de ombudsman geen taken afpakken. Ik wilde daarmee alleen zeggen dat de ombudsman duidelijk moet aangeven wanneer hij als klokkenluider optreedt en wanneer hij klachten behandeld als ombudsman.”