Bpm-compromis in de maak
De aanschafbelasting voor auto’s (bpm) wordt de komende jaren verlaagd en omgevormd tot een heffing die afhankelijk is van de uitstoot van CO2. Uiterlijk 2018 moet de heffing helemaal verdwenen zijn.
De meest betrokken ministers hebben daar na langdurige onderhandelingen overeenstemming over bereikt. Het kabinet bespreekt vrijdag het voorstel, waarvan de contouren de afgelopen weken al uitlekten.Het afschaffen van de bpm is voor coalitiepartij CDA en de autobranche vereiste om in te stemmen met invoering van de kilometerheffing vanaf 2011 voor vrachtwagens en vanaf 2012 voor de eerste personenauto’s.
Daarmee zet het kabinet volgens ingewijden „onomkeerbare stappen" naar kilometerbeprijzing, zoals afgesproken in het regeerakkoord.
Onderhandelingen over onder andere de toedeling van de invoeringskosten van het systeem lopen nog, aldus ingewijden. De regeringspartijen leggen de lat voor die kosten, voor bijvoorbeeld de noodzakelijke kastjes die de gereden kilometers registreren en het bijbehorende satellietsysteem, op 5 procent van de opbrengsten, ofwel 350 miljoen euro per jaar.