De globalisering kan voor afzonderlijke bedrijven en werknemers ingrijpende gevolgen hebben, maar de Nederlandse samenleving als geheel lijkt er de vruchten van te plukken. De consumenten profiteren van lagere prijzen en de werkgelegenheid die door uitbesteding verloren gaat, wordt voorlopig ruimschoots goedgemaakt door nieuwe banen in de distributie en de dienstverlening. Maar dat kan veranderen als de landen die in opkomst zijn zich gaan richten op producten en diensten met een hogere toegevoegde waarde.Nederland kan zich hiertegen verweren door het innovatievermogen te versterken, ondernemerschap ruimte te bieden en te zorgen dat ook mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt betaald werk gaan verrichten, aldus het rapport.

De SER stelt daarom voor om de publieke uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling met 1 miljard euro per jaar te verhogen. Bovendien pleit de raad voor een herijking van de inkomstenbelasting om te bereiken dat mensen meer betaald werk gaan verrichten én om te bereiken dat Nederland zich met belastingtarieven niet internationaal uit de markt prijst.

In het advies wordt een balletje opgegooid over de „vlaktaks”, een gelijk percentage voor alle inkomens. Dat leidt tot een lager toptarief, maar in zo’n systeem zijn wel maatregelen nodig om te voorkomen dat de lage inkomens er te hard op achteruitgaan. Daarom wordt ook wel gepleit voor een „tweetaks”, waarbij een uniform tarief wordt gecombineerd met een toptarief, aldus het rapport.

Concreet stelt de SER voor om een commissie van wijzen te benoemen ter voorbereiding van een „nieuwe fundamentele herziening” van de inkomstenbelasting, die voor 1 januari 2011 zou moeten zijn ingevoerd. De commissie zou niet alleen moeten adviseren over de tariefstructuur, maar ook over aftrekposten.